Beleefd of onbeleefd

beleefd of onbeleefd
in het verkeer
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalVerkeerBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

beleefd of onbeleefd
in het verkeer

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Een heer in het verkeer
Iedereen goed kijken
Geen ongelukken meer
Hoe gaan we dat bereiken
Wachten op elkaar
Vriendelijk niet kwaad
Een glimlach naar elkaar
Dat is een goede raad
Kijk links rechts links
Dan oversteken
De bocht om met je fiets
Je hand uit steken
En kijken kijken keer op keer
Dan ben je een echte heer
Of dame, of dame
Rijmwoorden

Slide 3 - Diapositive

beleefd
onbeleefd

Slide 4 - Diapositive

Je hand uit steken op de fiets als je naar rechts gaat.
A
beleefd (staan)
B
onbeleefd (zitten)

Slide 5 - Quiz

Een auto rijdt door als jij op het zebrapad loopt.
A
beleefd (staan)
B
onbeleefd (zitten)

Slide 6 - Quiz

Een auto rijdt heel hard door een straat waar kinderen spelen.
A
beleefd (staan)
B
onbeleefd (zitten)

Slide 7 - Quiz

Iemand laat zien dat jij mag oversteken en steekt daarbij even zijn hand op.
A
beleefd (staan)
B
onbeleefd (zitten)

Slide 8 - Quiz

In het donker fietsen zonder je lamp aan.
A
beleefd
B
onbeleefd

Slide 9 - Quiz

Met iemand bellen terwijl je aan het fietsen bent.
A
beleefd
B
onbeleefd

Slide 10 - Quiz

Harde muziek op in je koptelefoon terwijl je aan het fietsen bent.
A
beleefd
B
onbeleefd

Slide 11 - Quiz

Je fietsbel gebruiken als je wilt dat iemand aan de kant gaat.
A
beleefd
B
onbeleefd

Slide 12 - Quiz

Tijd over?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien