Talent: hfd 2.2 Grammatica lidwoord, zelfstandig naamwoord

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Talent: hfd 2.2 Grammatica lidwoord, zelfstandig naamwoord

Welke lidwoorden
zijn er?

Welk lidwoord gebruik je bij
deze woorden?
tafel, kast, deur

1. de
2. het

Welk lidwoord gebruik je bij
deze woorden?
schooltje, bord, boompje

1. de
2. het

00:30

Welke woorden zijn zelfstandig
naamwoorden? Bv. dieren. Noem nog 3 andere groepen woorden.

02:40

Welke woorden krijgen
geen lidwoord?

1. namen van mensen (Jan)
2. namen van rivieren (IJssel
3. dieren (hond)
4. Planten (zonnebloem

Welke woorden krijgen geen lidwoord?

1. Namen van landen
2. Namen van wateren
3. Namen van mensen
4. Namen van

Enkelvoud en meervoud

een hond- 5 honden

een kat-2 katten

een dag-2 dagen 

=> Let op de spelling, pas eventueel aan, zodat de klank nog klopt! 

Schrijf de 3 meervoudsvormen op:
een tafel => twee ...
Een boom => twee ...
een kind => twee ...

Vul de meervoudsvormen in:
een muur => twee ...
een groep => twee ...
een duif => twee ...

Verkleinwoorden

Woorden krijgen een achtervoegsel, waardoor je ziet, dat een zelfstandig naamwoord klein is. 

een boom=> boompje

huis=> huisje

kar => karretje

Wat is het goede verkleinwoord van
raam:

1. raamje
2. raamtje
3. raampje
4. rampje

Wat is het verkleinwoord van duif?

1. duifje
2. duivje
3. duifetje
4. dufje