les 9

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Deze les

Ken je woorden uit de vorige lessen.

Oefen je met zoekend luisteren.

Herken je het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst

herken je het doel en het publiek van een leestekst.

nuttig
Een brandalarm oefenen is heel nuttig, zo weet je wat je moet doen.

1. ergens goed voor
2. ergens niet goed voor
3. onnodig
4. weet het niet

grondig
Hassan maakte zijn huis na het feest grondig schoon.

1. grond
2. zorgvuldig
3. diepgaand
4. weet het niet

toelichten
De student licht zijn vraag toe.

1. stoplicht
2. zwijgen
3. uitleg geven
4. weet het niet

Variëren

1. veranderen
2. wisselen
3. steeds een beetje verschillen
4. weet het niet

gering
Er was een geringe hoeveelheid nodig van de siroop om limonade te maken.

1. veel
2. klein beetje
3. gemiddeld
4. weet het niet

nieuwe woorden

Nu Nederlands deel A

woordenschat 3.2 moeilijke woorden

woordenlijst 3 blz. 181

NU Nederlands woordlijst 3 blz. 181

Maken opdracht 1 en 2

15 minuten

jeugdjournaal

Kijk-en luistervragen

Wat is het thema van deze week?

1. Grapje! is niet grappig
2. Grapje! is soms grappig
3. Grapje! Moet toch kunnen
4. weet niet

waarmee worden kinderen gepest?

1. uiterlijk
2. kleding
3. gedrag
4. weet niet

Waarom vindt de organistie het heel belangrijk dat over pesten wordt gepraat?

1. omdat het pesten eerder kan stoppen
2. omdat het pesten altijd stopt
3. omdat er dan niet meer gepest wordt
4. weet niet

Wat kun je doen als je ziet dat er in de klas wordt gepest?

1. vraag om te stoppen
2. vertel erover aan iemand die je vertrouwt
3. geef degene die wordt gepest troost en steun
4. je kunt niets doen

Nieuwbegrip

Huiswerk:

vragen maken en betekenis van de woorden opzoeken

Nieuwbegrip

Huiswerk controleren

in teams

Artikel

• stukje in een krant of tijdschrift
• geeft informatie
• vertelt over de feiten

3 Vragen:

1. Voor wie is dit artikel bedoeld?
2. Wat is de bedoeling van de schrijver?
3. wat is de hoofdgedachte van dit artikel?

Voorlezen (door de docent)

Artikel: pesten op het werk

(staat in teams  bij ezen)

Publiek =

Degene voor wie je de tekst schrijft (degene die het leest)

Wie is het publiek van dit artikel?

Doel / bedoeling =

wat de schrijver wilt bereiken

(artikel = informatie geven)

Wat is de bedoeling van de schrijver met dit artikel?

Hoofdgedachte =

één zin die de tekst samenvat

Wat is de hoofdgedachte van dit artikel?

Noem één feit over pesten op het werk

Huiswerk maken

Deel A lezen

Hoofdstuk 1 leesteksten verkennen

• 1.1 opdracht 1,2,3
• 1.2 opdracht 1 en 2

Huiswerk nakijken

in teams: Deel A lezen

• 1.1 onderwerp en hoofdgedachte opdracht 1,2,3
• 1.2 doel en publiek opdracht 1 en 2

deze les was leerzaam

😒🙁😐🙂😃