Wereldsteden: Groei en globalisering

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Wereldsteden: Groei en globalisering

Leerdoelen

Aan het einde van deze les weet je hoe en waarom wereldsteden ontstaan en groeien, welke rol ze spelen in globalisering en kun je voorspellen hoe ze zich in de toekomst zullen ontwikkelen.

Leg kort uit wat de leerlingen aan het einde van de les moeten weten en kunnen.

Wat weet je al over wereldsteden?

Wat zijn wereldsteden?

Wereldsteden zijn steden die een belangrijke rol spelen in de wereldeconomie, politiek en cultuur.

Beschrijf kort wat wereldsteden zijn en geef enkele voorbeelden.

Hoe ontstaan wereldsteden?

Wereldsteden ontstaan vaak op belangrijke handelsroutes, bijvoorbeeld aan zee of bij rivieren.

Leg kort uit hoe wereldsteden ontstaan en geef enkele voorbeelden.

Hoe groeien wereldsteden?

Wereldsteden groeien doordat er steeds meer mensen komen wonen en werken. Hierdoor ontstaat er meer vraag naar woningen, werkgelegenheid, infrastructuur en voorzieningen.

Beschrijf kort hoe wereldsteden groeien en geef enkele voorbeelden.

Globalisering

Globalisering betekent dat landen en mensen steeds meer met elkaar verbonden zijn door handel, communicatie en cultuur. Wereldsteden spelen hierbij een belangrijke rol.

Leg kort uit wat globalisering is en hoe wereldsteden hierbij een rol spelen.

Toekomst van wereldsteden

Wereldsteden zullen naar verwachting blijven groeien en een steeds belangrijkere rol spelen in globalisering. Ook zullen er nieuwe wereldsteden ontstaan in opkomende economieën.

Beschrijf kort hoe wereldsteden zich in de toekomst zullen ontwikkelen.

Onderzoek een wereldstad

Kies een wereldstad en onderzoek hoe deze stad is ontstaan, gegroeid en welke rol het speelt in globalisering. Laat op een creatieve manier zien wat voor stad het is.

Geef de leerlingen de opdracht om een wereldstad te onderzoeken en op een creatieve manier te presenteren.

Presentatie

Laat de leerlingen hun presentaties geven. Bespreek na afloop welke wereldsteden het meest interessant waren en waarom.

Plan voldoende tijd in voor de presentaties en de nabespreking.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.