1M week 16 les twee (online)

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Hi everyone, welcome!

Today...

1. What did we do the previous lesson?

2. Grammar recap

3. New Grammar

4. Listening exercise

What did we do
in the previous lesson?

Well done! We did a listening exercise

Let's talk about the articles and the imperative again!

Do you still remember?

Vertaal 'articles'

Wat zijn de articles in het Engels?

Hoe vertaal ik de articles?

Wanneer gebruik ik A en wanneer gebruik ik AN?

Vertaal 'imperative'

Waarvoor wordt de imperative gebruikt?

Hoe wordt de imperative gemaakt in het Engels?

Hoe werkt het wanneer je zegt dat iemand iets juist NIET moet doen?

Noem een voorbeeld van een Engelse zin met de imperative

Go to page forty-two in your book

Present continuous

Je gebruikt de present continuous om aan te geven dat iets nu, op moment van spreken aan de gang is. Dit zie je vaak aan signaalwoorden als: now, at the moment, right now.

I am watching TV at the moment

I am drinking a glass of milk right now

Maar, hoe gebruik

ik het nou?

Present continuous

Eerst kies je tussen am, are of is:

I am

You are

He/she/it is

We are

You are

They are

Present continuous

Het enige wat je dan nog moet doen, is -ing achter het werkwoord zetten dat je moet gebruiken!

I am working

He is dancing

Present continuous

Kortom:

De present continuous geeft aan dat iets NU aan de gang is.

Je plakt am/are/is voor het werkwoord, en -ing erachter!

She is chatting with my friend at the moment

We are waiting for the bus now

Let's try to make the present continuous

You can do this!

They ... (eat) my lunch

1. Are eating
2. Is eating
3. Will eat
4. Am eating

She ... (walk) to school at the moment

1. Am walking
2. Are walking
3. Walks
4. Is walking

I ... (lay) in bed right now

1. Lays
2. Am laying
3. Are laying
4. Is laying

My brother ... (eat) a hamburger

1. Eats
2. Will eat
3. Is eating
4. Are eating

She ... (talk) to me on the phone right now

I ... (sit) at the table

He ... (take) a bath

My best friend ... (stay) with me this weekend

The men ... (wash) glass windows

The mayor ... (come) to town today!

Questions?

00:31

Wat is de naam van deze aflevering?

1. Spa Day
2. Day Spa
3. Spa Treat
4. Spa Rood

00:48

Welke kleur heeft de auto van Mr Bean?

1. Blauw
2. Geel
3. Groen
4. Rood

01:17

Welke kleur had de telefoon op de achtergrond?

1. Rood
2. Geel
3. Blauw
4. Groen

01:52

Wat gebeurde hier zojuist?

1. Mr Bean moet de dames een lift geven
2. Mr Bean was boos
3. De dames moesten allebei huilen
4. De dames moesten allebei lachen

02:30

Op welke kleur bleef het stoplicht staan?

1. Groen
2. Rood
3. Oranje
4. Hij was kapot en ging uit

03:57

Hoe laat was het op het horloge van Mr Bean?

1. 10 voor 5
2. 5 voor 10
3. 10 over 5
4. 10 voor half 5

04:59

Wat is het nummerbord van de auto van Mr Bean?

1. STE 925R
2. STA 925R
3. STE 952R
4. STA 952R

06:45

Wat was de haarkleur van de meneer die op de tafel lag?

1. Blond
2. Bruin
3. Rood
4. Zwart

07:56

Welke kleur handdoek droeg de man onder de zonnebank?

1. Donkerblauw
2. Donkergroen
3. Paars
4. Rood

09:53

Welke kleur had de blouse van kleinere dame?

1. Groen
2. Lichtblauw
3. Geel
4. Paars

10:30

Welke kleur had de mixer op de achtergrond?

1. Rood
2. Paars
3. Groen
4. Geel

Questions?

Have a good weekend!