Intro Maatschappelijke analyse

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Analyse Maatschappelijk Vraagstuk (probleem)

Vandaag: 

• Wat is maatschappelijke analyse?
• Wat zijn de vier invalshoeken bij maatschappelijk analyse?
• Oefenen met maatschappelijke analyse.
  

Wat is maatschappelijke analyse?

- Ongeveer een derde van je eindexamen gaat over maatschappelijke analyse. Zie blz. 84 t/m 88.

- Aan de hand van een thema (maatschappelijk vraagstuk) moet je teksten lezen en vragen over deze teksten beantwoorden.

De vier kenmerken van een maatschappelijk vraagstuk (probleem) 

1. De politiek moet het oplossen. (Wanneer het dus iets groots betreft, wat niet één bedrijf of persoon kan oplossen)
2. Veel mensen hebben er last van/mee te maken = sociaal probleem. (Liefdesverdriet of het ontslag van één persoon is geen maatschappelijk pr.)
   
3. Er tegenstrijdige belangen zijn. (Verschillende groepen hebben andere voordelen of nadelen)
   
4. De media houdt zich ermee bezig (kranten/journaals berichten erover)
   

Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Pieter verliest zijn baan

1. Wel
2. Geen

Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Coronacrisis

1. Wel
2. Geen

Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Albert Heijn gaat failliet

1. Wel
2. Geen

Wel of geen maatschappelijk vraagstuk?
Een Wifi storing in een winkelcentrum

1. Wel
2. Geen

De vier invalshoeken

Je kan op verschillende manieren naar een maatschappelijk vraagstuk kijken:

• politiek juridische invalshoek
• Sociaaleconomische invalshoek
• Sociaal-culturele invalshoek
•  veranderend- en vergelijkende invalshoek

Je kijkt met verschillende ‘brillen’ naar hetzelfde probleem. 

Deze vier invalshoeken moet je kennen op het volgende tentamen.

Bijvoorbeeld de coronacrisis:

Is het een maatschappelijk vraagstuk/probleem?

• Komt het in de media?
• Hebben veel mensen er last van?
• Is  de politiek nodig om het op te lossen?
  
• Zijn er verschillende ideeën over de oplossing ervan?

Politiek Juridische invalshoek

Politiek-juridisch: kijkt naar wat politieke partijen ervan vinden en wat bepaalde wetten erover zeggen. Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

• Hoe vindt de VVD/PVV/SP dat dit het beste opgelost kan worden?
  
• Wat zijn de stappen die het RIVM moet doorlopen voor ze iets een epidemie kunnen noemen?
  

Sociaaleconomische invalshoek

Sociaal-economisch: Kijkt naar werkgevers en werknemers, maatschappelijke posities, ongelijkheid, financiën.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

• Worden werklozen harder getroffen door het virus dan mensen met een baan?
  
• Zien we dat mensen in arme wijken vaker besmet raken dan mensen in rijke wijken?
• Wat is belangrijker: dat de zorg het aan kan of dat de winkels open blijven?
  

Sociaal-culturele invalshoek

Sociaal cultureel: kijkt naar normen en waarden, gedeelde opvattingen, subculturen.

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

• Moeten jongeren binnen blijven om de ouderen te beschermen?
  
• Welke subculturen zijn tegen de corona maatregelen?
  

Veranderings-vergelijkende invalshoek

Veranderend-vergelijkend: Kijkt hoe het verschilt over tijd (vroeger versus nu) en op plaats en per samenleving

Vragen die je vanuit deze invalshoek kan stellen zijn bijvoorbeeld:

• Nemen ze in Azië andere maatregelen dan hier?
  
• Nam men vroeger bij de Spaanse griep dezelfde maatregelen?
  
• Accepteren Duitsers de maatregelen 'makkelijker' dan Nederlanders? 

Op je tentamen pluriforme samenleving....

Ken je de vier invalshoeken uit je hoofd, want moet je herkennen uit welke invalshoek een tekst geschreven is. 

Een paar voorbeelden:

1. Politiek-Juridische invalshoek
2. Sociaal-economische invalshoek
3. Sociaal-culturele invalshoek
4. Veranderings- en vergelijkende invalshoek

1. Politiek-Juridische invalshoek
2. Sociaal-economische invalshoek
3. Sociaal-culturele invalshoek
4. Veranderings- en vergelijkende invalshoek

1. Politiek-Juridische invalshoek
2. Sociaal-economische invalshoek
3. Sociaal-culturele invalshoek
4. Veranderings- en vergelijkende invalshoek