Hoofdstuk 6 Vergroten 6.4 + 6.5

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom

Pak je spullen voor je en zet je vragen op het bord.

Je laptop blijft in de tas.

Doelen

Aan het einde van deze les kan/weet jij...

... de omtrek van een vergroting berekenen.

... de oppervlakte van een vergroting berekenen.

...  wat het begrip schaal betekent.

... wat de factor bij een schaal is.

... de schaal berekenen.

Terugblik

origineel      

factor groter dan 1            

     

       beeld

           factor kleiner dan 1

x ...

6.4 Omtrek en oppervlakte

• Je leert de omtrek van een vergroting berekenen.
• Je leert de oppervlakte van een vergroting berekenen.

De omtrek van een vergroting

5

20

3

?

De omtrek van een vergroting

In de opdrachten

Zelfstandig werken

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna extra oefening hoofdstuk 3.

Maken? – 6.4 opgave 25 t/m 29

                     6.5 opgave 31, 32, 33, 35, 36, 37

6.5 Schaal

• Je leert wat het begrip schaal betekent.
• Je leert wat de factor bij een schaal is.
• Je leert de schaal berekenen.

Schaal

Een model van een auto is 35 cm lang en is gemaakt op schaal 1 : 18. Hoeveel meter lang is de auto in werkelijkheid?

Schaal

Een toren van 48 meter hoog wordt getekend op schaal 1 : 400. Hoeveel centimeter hoog is de toren in de tekening?

Schaal berekenen

Bereken de schaal die hoort bij de tekening van de kast.

1. Gegeven

2. Pijlenketting (mag)

3. Bereken de factor.

4. Schaal

Opgave 35 samen

35

Zelfstandig werken

Hoe werk je? – Eerste 5 minuten in stilte daarna op fluistertoon overleggen.

Hulp? – 1. Lees de theorie en kijk naar de voorbeelden.

                 2. Overleg binnen je rij op fluistertoon of probeer een andere opgave.

                 3. Vraag de docent.

Klaar? – Nakijken daarna extra oefening hoofdstuk 3.

Maken? – 6.4 opgave 25 t/m 29

                     6.5 opgave 31, 32, 33, 35, 36, 37