Les dinsdag_KERN 2.3_woordenboek gebruiken_Jeugdjournaal.

STARTKLAAR maken:
  • Telefoon in het Zakkie
  • Schoolspullen op tafel: KERN boek, Chromebook, JdW-map, etui 
  • BINNEN = BEGINNEN. Lees in Alaska. Leg huiswerk op tafel!!
timer
5:00
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

STARTKLAAR maken:
  • Telefoon in het Zakkie
  • Schoolspullen op tafel: KERN boek, Chromebook, JdW-map, etui 
  • BINNEN = BEGINNEN. Lees in Alaska. Leg huiswerk op tafel!!
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

Afspraken in de klas

Rust & respect:
- Spullen mee.
- Naar elkaar luisteren.



Lukt dit niet? UIT + nakomen vrijdagmiddag.



Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?

1. Uitleg bij KERN 2.3 (via LessonUp)
2. Opdrachten maken bij KERN 2.3.
3. Jeugdjournaal kijken. 

Slide 3 - Diapositive

Hoofdstuk 1
Les   1          Welke talen spreek je?
Les   2          De taal waar je vandaan komt?
Les   3          Straattaal
Les   4          Meertaligheid
Les   5           Praten met iemand die er niet is  
Les   6           Taal op school

Hoofdstuk 2
Les   1          Een goed verhaal
Les   2         Broodje aap en een sterk verhaal
Les   3         Reclame verhalen

Spelling en grammatica
Les 1            lidwoord en zelfstandig naamwoord 
Les 2            bijvoeglijk naamwoord
Les 3            trappen van vergelijking
Les 5            persoonsvorm en onderwerp
les 6             persoonsvorm en tegenwoordige tijd

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

Slide 4 - Diapositive

Binnen = stil beginnen.
timer
7:00
Huiswerkopdrachten: Ismail, Yulia, Omnia, 

Slide 5 - Diapositive

1. Uitleg hoofdstuk 2.3.
>> Inloggen bij LessonUp

( Uitleg + opdrachten maken)
Niet meedoen = UIT
stap 2. Wat weet ik al?

Slide 6 - Diapositive

reclame
Een reclame is bedoeld om mensen over te halen om bepaalde dingen te doen, of een bepaald product te kopen.
Wat betekent
reclame?

Slide 7 - Carte mentale

Wat is reclame?
Het aanprijzen van een artikel
Voorbeeld: Bij de tramhalte werd de nieuwste hamburger van de McDonalds aangeprezen. 
aanprijzen
zeggen dat iets of iemand goed is
vb: hij stond op de markt zijn aardbeien aan te prijzen
synoniemen: aanraden aanbevelen propageren
tegenstellingen: kraken afkraken

Slide 8 - Diapositive

Noem het regelnummer.
reclamespotje
kort filmpje dat ergens reclame voor maakt
vb: in deze reclamespot komen paarse koeien voor
sloeg in als een bom
1. meteen een succes zijn.
2. het veroorzaakt veel onrust

nutteloos
wat geen zin heeft
vb: zijn poging om het record te verbeteren, was nutteloos
synoniem: zinloos
tegenstellingen: nuttig zinvol
noteren
met pen of potlood op papier schrijven
vb: noteer woord voor woord wat ik je zeg
hoog genoteerd staan [geliefd zijn]
begrip
wat met een woord bedoeld wordt
vb: ken je het begrip 'positief'?

Slide 9 - Diapositive

stap 3. Wat ga ik leren?

Slide 10 - Diapositive

Ik weet hoe ik een woordenboek moet gebruiken.
Nee, niet geleerd op de basisschool.
Ja, dat heb ik geleerd op de basisschool.
Ik weet niet wat een woordenboek is.

Slide 11 - Sondage

beamen
er ja op zeggen, zeggen dat het klopt
vb: hij beaamde mijn verhaal
synoniemen: bevestigen onderschrijven
tegenstellingen: ontkennen tegenspreken loochenen
actie
beweging of handeling
vb: Jan houdt niet van stilzitten, hij wil actie
de politie moet in actie komen [de politie moet iets gaan doen]
we gaan actie voeren tegen dat plan [we gaan iets doen tegen dat plan]
synoniem: vaart

Slide 12 - Diapositive

A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y, Z

Slide 13 - Diapositive


Slide 14 - Question ouverte


Slide 15 - Question ouverte

Aantekeningen maken
> Pak je schrift of map erbij  + pennen.
( Telt mee voor huiswerkcontrole vrijdag!)


Schrijf bovenaan: 
AANTEKENINGEN HOOFDSTUK 2.3

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Dus welk woord komt op 1? 
1
banaan
druif
mango
framboos
pruim
limoen
2
3
4
5
6

Slide 20 - Question de remorquage

Zet de woorden in alfabetische volgorde. Dus welk woord komt als eerste?
1
commerciële
consumenten
merkimago
slogans
aanspoort
reclamebureau
2
3
4
5
6

Slide 21 - Question de remorquage

Schrijf in je map!

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Schrijf in je schrift!

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Weet jij de juiste antwoorden?
stap 7. Hoe weet ik of ik goed bezig ben?
stap 6. Hoe kan ik zelf met de lesstof aan de slag?

Slide 26 - Diapositive


A
betekenis
B
uitdrukking

Slide 27 - Quiz

9. Welk zoekwoord gebruik je in het woordenboek?

Slide 28 - Question ouverte

9. Welk zoekwoord gebruik je in het woordenboek?

Slide 29 - Question ouverte

9. Welk zoekwoord gebruik je in het woordenboek?
noteerde

Slide 30 - Question ouverte

9. Welk zoekwoord gebruik je in het woordenboek?
blokletters

Slide 31 - Question ouverte

9. Welk zoekwoord gebruik je in het woordenboek?
beaamt

Slide 32 - Question ouverte


Slide 33 - Question ouverte

Aan de slag!
Wat?
Maak bij hoofdstuk 2.3 (bladzij 44 + 45) de volgende vragen:
Vraag 11, 16, 17 en 19. ( = huiswerk vrijdag)
Klaar?
Werk aan NUMO.
timer
12:00

Slide 34 - Diapositive

Jeugdjournaal kijken

Slide 35 - Diapositive


Slide 36 - Question ouverte


Slide 37 - Question ouverte


Slide 38 - Question ouverte

Zoek de juiste betekenis bij het woord
bedrijven die reclames maken
commerciële
consumenten
merkimago
slogans
aanspoort
reclamebureau
gebruiker
ervoor zorgen dat je iets gaat doen
het beeld dat je van een bepaald merk hebt
gericht op winst
korte zin die door een bedrijf gebruikt
wordt

Slide 39 - Question de remorquage

Je beantwoordt de vraag op de volgende slide

Slide 40 - Diapositive


Slide 41 - Question ouverte

Je beantwoordt de vraag op de volgende slide

Slide 42 - Diapositive


Slide 43 - Question ouverte

Je beantwoordt de vraag op de volgende slide

Slide 44 - Diapositive


Slide 45 - Question ouverte

Je beantwoordt de vraag op de volgende slide

Slide 46 - Diapositive


Slide 47 - Question ouverte

Maak NUMO

Slide 48 - Diapositive

Tekst
stap 8. Wat heb ik geleerd?

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive