Periode 2: grootheden en eenheden (les 1)

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we vandaag doen?

- Even bijpraten, hoe ging je toets? Hoe heb je periode 1 ervaren?

- Korte uitleg periode 2: Domein 1

- Korte introductie les 1: grootheden & eenheden, lengte en gewicht omrekenen

- Werken in je licentie

Even inchecken: hoe voel je je vandaag?

Periode 1 ging over Basisvaardigheden.
Hoe heb je periode 1 Rekenen ervaren?
Viel het mee? Moeilijke toets?
Of heb je een tip voor de docent voor aankomende periode?

leg op tafel: je kladpapier, rekenkaart en rekenmachine 

Periode 2 gaat over domein 1: grootheden en eenheden.
Waar denk je aan bij grootheden
en eenheden?

Periode 2: domein 1

• Les 1: paragraaf 1.2 en 1.3 
• Les 2: paragrafen 1.4
• Les 3: paragrafen 1.5  
• Les 4: paragrafen 1.6 
• Les 5: paragrafen 1.7 
• Les 6: voorbereiden en oefentoets  
• Les 7: toets
• Les 8: toets bespreken en instaptoets domein 2 
• Las 9: herkansing toets domein 1

Deze periode gaat over domein 1: grootheden en eenheden.

Wat zijn dat?

Gewicht is een....

1. grootheid
2. eenheid

Liter is een ....

1. eenheid
2. grootheid

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?

Grootheid

Eenheid

lengte

oppervlakte

seconde

kilogram

snelheid

centimeter

uur

tijd

kilometer

gewicht

hectare

Hoofdstuk 1 gaat over getallen.
Waar gebruiken we getallen voor?

Doelen les 1

• Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving.
• Je herkent een grootheid en gebruikt een passende eenheid om de waarde uit te drukken.
• Je leert rekenen met lengtematen.

In dit domein leer je verschillende grootheden, zoals lengte, gewicht, tijd, temperatuur en snelheid, te gebruiken en ermee te rekenen.

Hoeveel nullen heeft een biljard?

1. 9
2. 12
3. 15
4. 18

Lengtematen: pak je rekenkaart.
Het is 2,2 km naar de sporthal.
Hoeveel meter moet ik fietsen?

1. 22000
2. 2,2
3. 22
4. 2200

4,3 dm = ... cm

1. 430
2. 43
3. 4,3
4. 4300

Lengte 8,2dm = ..........mm

1. 820
2. 0,82
3. 8,22
4. 8200

De lengte van deze deurklink is:

1 ...

1. mm
2. cm
3. km
4. dm

De lengte van een auto is ongeveer 4200 .....

1. mm
2. cm
3. hm
4. km

Wat is de lengte op het vraagteken?

1. 1 m
2. 2 m
3. 3 m
4. 4 m

gewicht omzetten naar andere eenheid

De druiven wegen 0,2 kg.

Hoeveel gram is dat?

1. X10
2. x100
3. x1000
4. :1000

10 ton in gewicht (kg) is:

1. 1000 kg
2. 100000 kg
3. 100 kg
4. 10000 kg

De aardbeien wegen 80 gram de druiven 0,2 kg.

Hoeveel kg is het fruit samen?

1. 80 gr + 20 gr = 100 gram = 0,10 kg
2. 80 gr + 200 gr = 2,8 kg
3. 80 gr + 200 gr = 280 gr = 0,28 kg
4. 0,8 kg + 0,2 kg = 0,10 kg

Werken in je licentie: 1.2 en 1.3 Domein 1
Ik heb behoefte aan extra uitleg over gewicht omrekenen

Ja

Nee, ik begrijp het.

Werken in licentie

Maak opdrachten paragraaf 1.2 en 1.3 van domein 1