V3 4.2 16-2-2022

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Pak je blaadje van vorige keer en maak de berekening af!

Manal/Oumaima ; Balraj/Cerrise; Romaisa/Elif G; Sahba/Blessing; Elif K/Jian Yi; Sarah Al-Maashi/Yasmina F; Sara Aydin/Ella ; Sarah Alizadeh/Meryam; Sandra/Mae

klaar? Lees pagina 21 over traagheid!

Vorige keer:

lesdoelen

je kan uit een snelheidsgrafiek (v,t)-grafiek:

1. de versnelling bepalen (a = Δv/Δt)

2. de afgelegde afstand bepalen (oppervlakte / hokjes tellen)

Newton... hoe zat het ook alweer
de eerste wet van newton zegt dat:

1. als een voorwerp beweegt komt dit altijd door een kracht
2. als een voorwerp van snelheid verandert dan komt dit altijd door een kracht
3. de zwaartekracht is altijd naar beneden
4. je moet altijd extra je best doen bij natuurkunde

Vandaag:

lesdoelen 4.2

je weet wat traagheid is

je kent de tweede wet van newton

Vandaag:

• Eerst theorie. aantekeningen maken. vraag? hand opsteken
• Checkvragen.
• Opdrachten maken. Werkvorm.
• Eerst: waarom Newton?

Wat is hier gebeurd?

Traagheid

• traagheid betekent: een grotere massa heeft meer kracht nodig om in beweging te komen
• Hoe groter de massa (van een voorwerp), hoe groter de traagheid
• Dus: als de bus stopt, zorgt jouw traagheid ervoor dat je (een beetje) naar voren valt.

De 1e wet van Newton (herhaling)

• Als Fres = 0, dan is het voorwerp in rust óf beweegt met een constante snelheid
• Dus: als een voorwerp van snelheid verandert, dan MOET er ook een Fres zijn!

00:26

Wat gebeurt er met de bal? (nadat hij de bovenste beker heeft geslagen met de knuppel)

de bal gaat naar links

de bal gaat recht naar beneden

de bal gaat naar rechts

De tweede wet van Newton

•  F_res = m * a
• Oftewel: kracht = massa * versnelling
• Eenheden: [N] = [kg] * [m/s^2]

Een auto met een massa van 500 kg heeft een versnelling van 3 m/s^2. Wat is de resultante kracht?

1. 1500 N
2. 500 N
3. 167 N
4. 0 N

Dezelfde auto van 500 kg gaat vertragen van 50 km/u naar 0 km/u in 10 seconden. Hoeveel remkracht is daar voor nodig?

1. 694 N
2. 6944 N
3. 2500 N
4. 9000 N

Opdracht

Maak: opdrachten 4 en 5 op pagina 26

Werkvorm: zelfstandig, tijd

Klaar? ....

Opdrachten bespreken

Huiswerk

Opdrachten 4 en 5 op pagina 26

controle & afsluiting

Vooruitblik volgende les

lesdoelen

Klaar?

Moeilijke opdracht klassikaal, doorlezen, anders??