All Right MAX, leerjaar 1v, unit 3.2 (1)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome!

- Put your phone in the phonebag

- Take your laptop out of your 

   schoolbag

- Put a pen or your pencil case on       

   your table. 

All Right MAX, leerjaar 1v, Unit 3.2

New York

Central Park

Central park is 4 km lang en 1 km breed en je kunt er uren rondwandelen. De wandelpaden hebben een totale lengte van meer dan 92 km en het aantal zitbanken in het park is meer dan 6000. Als je alle banken op een rij plaatst, zou de totale lengte meer dan 11 km bedragen. 

Middenin het park ligt ook de Central Park Zoo verstopt en de wandellanen en fietspaden verbinden onder andere het amfitheater, het grote meer en de verschillende sportterreinen. 

Op de uitgestrekte grasvelden kun je uitstekend picknicken of gewoon relaxen. In de winter wordt hier een schaatsbaan aangelegd.

Luguber weetje: er worden zo'n 400 moorden per jaar gepleegd.

Today's planning:

Today's planning:

• Tuesday's homework and introduction unit 3.2

• understand what viewing and listening fragments are about

• grammar: this - that - these - those

• practise words

• planning homework and closing the lesson

A day in New York

A day in New York and 500 dollars pocket money.

What would you do?

A day in New York

Welke vervoersmiddelen zie je in de video? 

Talk about them in English.

New York Transport

There are many ways to travel around New York City. On foot, by bus, or in one of the yellow taxis. But, the easiest and quickest way to travel around NYC is by public transport. When you ride the subway, you feel like a local. The cost of a single ride is only 2.75. There is one exception: you can’t take the subway to Staten Island. You have to go on the Staten Island ferry. When riding the subway train, mind your safety. Watch the gap when you enter and exit subway trains and never go down onto the tracks.

New York Transport

Geef de Nederlandse vertaling van de dikgedrukte woorden:

on foot              = ...

public transport = ...

subway              = ...

local                   = ...

single ride          = ...

ferry                  = ...

safety               = ...

enter                 = ...

tracks                = ...

te voet

openbaar vervoer

metro

plaatselijke bewoner

enkele reis

veerboot

veiligheid

binnen gaan

spoor

Wat is handig bij luisteropdrachten?

Maak aantekeningen tijdens het luisteren.

Als je luistert kun je niet alles onthouden wat er is gezegd. 

Maak daarom tijdens het luisteren korte aantekeningen van de belangrijkste informatie. 

Kijk eerst naar de vraag die gesteld wordt, zodat je weet waar je precies op moet letten.

TIP bij opdracht 4:

Grammar: this/that/these/those

• THIS > één mens, dier of ding dichtbij                                                                                                        - Let me show you how this tablet works.

• THAT > één mens, dier of ding verder weg                                                                                                - Can you show me that trick again?

•  THESE > twee of meer mensen, dieren of dingen dichtbij                                                                          - Wow! These headphones are great. You can hear every detail.

• THOSE > twee of meer mensen, dieren of dingen verder weg                                                                    - I think those shoes look great on you!

Je hebt in het Engels 4 aanwijzende voornaamwoorden:

Even in een overzicht: 

Give  them new seats.

oftewel...... 

	dichtbij	verder weg
één	this	that
meer dan één	these	those

a little exercise

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in het ENKELVOUD ?

1. This / That
2. These / Those

Wat zijn de aanwijzende voornaamwoorden in het
MEERVOUD ?

1. This / That
2. These / Those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Can I try on ........... T-shirt over there? 

1. this
2. that
3. these
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Who are .............. girls over there?

1. this
2. these
3. that
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Are ....... your glasses on the table here?

1. this
2. that
3. these
4. those

Vul het juiste aanwijzende voornaamwoord in:

Look at ...... t-shirt here!  It's really cool!

1. this
2. that
3. these
4. those

It's up to you, guys 

planning homework

- Tuesday the 18th of 

   January  you have you finished 

   assignment 1 till 7 of unit 3.2

 

- Reminder Monday 17th: Test unit 2

   Take time to prepare!!!

    Good Luck with your homework!!!