Les 33 (29-02)

Cours du 29 février
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Cours du 29 février

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen
     - être
     - avoir
  • Paragraphe E
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Presentie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les....
...kun je het werkwoord être gebruiken.

...kun je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen

...ken je woorden die te maken hebben met schoolvakken en hoe je iemand vindt.


Slide 4 - Diapositive

Herhalen
Noem eens het rijtje van 'avoir' 

  • J'ai
  • Tu as
  • Il/elle/on a
  • Nous avons
  • Vous avez
  • Ils/ells ont

Slide 5 - Diapositive

Être
Noem eens het rijtje van 'être' 

  • Je suis
  • Tu es
  • Il/elle/on est
  • Nous sommes
  • Vous êtes
  • Ils/ells sont

Wat is 'het is'? > .....

Slide 6 - Diapositive

Oefenen
Vervoeg de volgende zinnen:

1. Vous ________ (être) élèves au collège Stadslyceum?
2. Nous ________ (avons) biologie aujourd'hui.
3. Noëlle ________ (être) à la cantine. 
4. Nore et Anna ________ (être) dans le cours. 
5. Tu _________ (avons) cours jusqu'à quatre heures?

Slide 7 - Diapositive

Au travail!
We gaan samen naar het vervolg van de serie 'jeunes détectives' 
kijken. 
Paragraaf E
Maak de volgende opdrachten tijdens het kijken en luisteren:
- ex. 20a, b, c

Maak nu voor je zelf:
- ex. 21

Klaar? Bestudeer Phrases Clés G alvast



timer
20:00

Slide 8 - Diapositive

Hoe vertel ik over mijn schooldag?
> A: Tu es en quelle classe?

> B: Je suis en ...
> A: Tu as quelles matières le (naam van de dag)?
> B: Le (herhaal de dag), j’ai ... et ...
> A: (Kies een vak), c’est à quelle heure?
> B: (herhaal het vak), c’est à …




Slide 9 - Diapositive

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes la géographie?

> B: Non, je n'aime pas la géographie.
       J'ai onze sur vingt.

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est le français.

> A: Qui est ton prof de géographie?
> B: C'est monsieur Dupont.

> A: Il est sévère?
> B: Non, il est sympa.




Slide 10 - Diapositive

Hoe geef ik mijn mening over leraren en 
vakken?
> A: Tu aimes ____________(vak)?

> B: Non, je n'aime pas _____________(vak).
       J'ai _______________ (cijfer).

> A: Quelle est ta matière préférée?
> B: Ma matière préférée, c'est ____________ (lievelingsvak).

> A: Qui est ton prof de ____________(vak)?
> B: C'est ________________ (naam leraar).

> A: Il/Elle est _________ (karakter eigenschap)?
> B: Non, il/elle est _________ (tegenovergestelde eigenschap)




Slide 11 - Diapositive

Le tâche
Jullie gaan nu bezig met je tâche. 
  • Maak een plan van aanpak:  
      - Wat ga je laten zien?
      - Wanneer ga je fotograferen?
      - Wie laat welk moment van de 
         schooldag zien?
  • Presenteer je plan van aanpak, verspreid   je dan door de school om alvast foto's te   maken voor je poster.

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
Noem het hele rijtje van 'être'.

Vat kort samen waar de aflevering over ging. 

Noem eens 2 woorden over 'hoe je iemand vindt'



Slide 13 - Diapositive

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
- ex. 21 en 22a

Meenemen voor de volgende les:
- schaar
- lijm
- potloden / stiften
- washi tape
- Foto's!

Apprendre (leren) voca E.

Slide 14 - Diapositive