Les 70

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,2

Op tafel: Kern+ map + pen 

Op tafel: map, pen, kern, leesboek

Vandaag

1.  lezen in het leesboek

2. boekopdracht 

3. hst 70 uitleg

4. aan de slag + nakijken

Lezen

Boekopdracht 

In Magister 

Maken in Word

Zelf bedenken (geen AI)

Op tijd inleveren

Leerdoelen hst 70

In hoofdstuk 70 leer je hoe je Engelse werkwoorden schrijft als je deze in het Nederlands gebruikt

Samen 

Hst 70

1.  samen in boek op blz. 142

2. lezen vak belangrijk

3. uitleg op het scherm

Samen blz. 144

vraag 1, 2 en 3

Daarna: 

Belangrijk 

Antwoorden 1, 2, 3

1. a chat / b geüpdatet / c geshopt / d raceten

2. Bijvoorbeeld: chatten =  kletsen, updaten = bijwerken, shoppen = winkelen, racen =  snellen.

3. Als het gaat om iets waarbij het Engels de gebruikelijke taal is. In sommige games bijvoorbeeld. 

Aan de slag

Lees Belangrijk nog even voor jezelf

Maken  5, 6, 7, 8, 9 Als je klaar bent: 11 + 12

Echt even oefenen: dit komt altijd terug in het proefwerk.

Waarom? Omdat de Nederlandse taal altijd verandert en er steeds meer Engelse woorden in terecht komen. 

Vraag 5 + 6 

a goed

b goed

c fout => traint

d goed

e fout => gestrest

f fout => deletete

g goed

h fout  => zapt

Vraag 7, 8

7. ik race - ik racete

ik delete  - ik deletete

ik download - ik downloadde

ik chat - ik chatte

ik game - ik gamede

ik update - ik updatete

ik like - ik likete [T2]

8. Dat is nodig voor een goede uitspraak.

Vraag 9 

7. a gedownload

b gestrest

c gecheckt

d gedeletet

e geliket

f gegamed

Woorden 70

a automatisch = vanzelf

b voortdurend = de hele tijd

c definitief = er kan niets meer aan veranderd worden

d ontkennen = zeggen dat iets niet waar is

e verantwoordelijk = degene die ervoor moet zorgen dat alles goed gaat, ,is

f cruciaal = heel erg belangrijk

 Numo 

Leertegel werkwoordspelling 45 minuten hieraan werken voor volgende week vrijdag 

Gedrag dat ik wil zien

In 3 minuten: lokaal in, zitten op plattegrond, boek schrift, pen op tafel,  jas uit, telefoon in je rugzak. 

Meedoen met de les: niet naar elkaar kijken of praten. 

Als je opdracht krijgt, ga je dat maken. 

Anders:

1. Waarschuwing

2. Strafwerk

3. Eruit (dan krijg je strafwerk, worden je ouders gebeld en moet je een uur terugkomen)

4. Gesprek adjunct met je ouders als te vaak eruit 

Let op: als je strafwerk niet gemaakt hebt, kom je de les niet meer in de volgende keer. Dan ben je er dus uitgestuurd. 

Aan de slag