Les 3 (isoleren & rendement)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 3 (isoleren & rendement)

Wat is GEEN energiebron?

1. Aardgas
2. Wind
3. Wind turbine
4. Biomassa

Wat is GEEN energiebron?

1. Zonnecel
2. Wind
3. Biomassa
4. Zon

Wat is GEEN fossiele brandstof?

1. Aardgas
2. Aardolie
3. Steenkool
4. Zon

Welke energiebron is erg schoon in het gebruik, maar veroorzaakt wel geluidshinder en horizonvervuiling?

1. Aardwarmte
2. Fossiele Brandstoffen
3. Wind
4. Zon

Welke energiebron raakt nooit op, maar levert wel in de winter minder energie dan in de zomer?

1. Aardwarmte
2. Fossiele Brandstoffen
3. Wind
4. Zon

Welke energiebron hoort bij Fossiele brandstoffen:

1. Chemische Energie
2. Stralingsenergie
3. Bewegingsenergie
4. Warmte

Welke energiebron hoort bij wind:

1. Chemische Energie
2. Stralingsenergie
3. Bewegingsenergie
4. Warmte

Wat is de formule voor warmte (energie)?

1. ΔT=mc
2. Q=mcΔT
3. Q=cΔT
4. ΔT=cQ

Warmte-energie

Q=mcΔT

Wat is het symbool van soortelijke warmte

1. Q
2. m
3. c
4. ΔT

Wat is soortelijke warmte?

1. 1 gram stof
2. 1 graad Celcius
3. De energie die je nodig hebt om een bepaalde stof 1 gram met 1 graden te verwarmen
4. Energie

Wat is de eenheid van soortelijke warmte?

1. Joules per gram
2. Joules per kilo
3. Joules per kilo Celcius
4. Joules per gram Celsius

Wat is het symbool van warmte energie

1. Q
2. m
3. c
4. ΔT

Wat is de eenheid van warmte-energie

1. Watt [W]
2. Joules per seconde [J/s]
3. Joules [J]
4. Q

Warmte-energie

Q=mcΔT

Q = warmte energie in Joules [J]

c = soortelijke warmte van een stof in Joules per gram Celsius [J/(g °C)]

m = massa in gram [g]

ΔT = temperatuurverschil in graden Celcius [°C]

Wat is de formule voor energie?

1. Q=mcΔT
2. E = P t
3. Joules
4. P = E t

Warmte-energie

E = P t

Wat is het symbool voor vermogen?

1. E
2. t
3. P
4. Q

Wat is de eenheid voor vermogen?

1. Joules [J]
2. Watt [W]
3. Joules per seconde [J/s]
4. seconde [s]

Oefenopgave

...... g water

cwater = 4,2 J/(g °C)

Warmtedompelaar zit ...... s in het water

Vermogen van warmtedompelaar is ...... W

T eind = 100 °C

Oefenopgave

...... g water

cwater = 4,2 J/(g °C)

Warmtedompelaar zit ...... s in het water

Vermogen van warmtedompelaar is ...... W

T eind = 100 °C

a. Hoeveel energie gebruikt de waterdompelaar

Oefenopgave

...... g water

cwater = 4,2 J/(g °C)

Warmtedompelaar zit ...... s in het water

Vermogen van warmtedompelaar is ...... W

T eind = 100 °C

a. Hoeveel energie gebruikt de waterdompelaar

b. Wat is de begintemperatuur van het water

Wat is de energietransitie?
Wat zijn de kenmerken van de energietransitie?

Kenmerken van de energietransitie

1. Fossiele Brandstoffen vervangen

2. Gebruik van energie beperken

3. Energie opslaan

4. Energie lokaal produceren

Geleiding Stoming Straling

https://www.youtube.com/watch?v=RM5yXMk-xH4&ab_channel=AllesIsNatuurkunde%5BEDU%5D

Geleiding Stoming Straling

Een huis isoleren

Rendement

Rendement

Wat krijg je op de toets?

Paragraaf 1 tot en met 3 + snappen rendement

• Energiebronnen
• Energietransitie
• Rekenen met energie en warmte
• Geleiding, stroming, straling
• Isoleren en warmteverlies door een huis
• Energiestroomdiagram

Huiswerk

Maken van paragraaf 3: opgave 1 t/m 8