De brug - lezen

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

1) Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 2 - Question ouverte

2) Welk signaalwoord voor opsommend verband herken je in alinea 1?

Slide 3 - Question ouverte

3) Wat wordt er opgesomd? (zie vraag 2)

Slide 4 - Question ouverte

4) Welk signaalwoord voor toelichtend verband herken je in alinea 1?

Slide 5 - Question ouverte

5) Welke zin in alinea 1 wordt toegelicht? (zie vraag 4)

Slide 6 - Question ouverte

6) 'Kinderen heetten vaak hetzelfde, (...).'(al.2)
Waarom?

Slide 7 - Carte mentale

7) Aan welk signaalwoord herken je deze reden? (zie vraag 6)

Slide 8 - Question ouverte

8) Er is nog een reden waarom kinderen dezelfde namen kregen.
Citeer de zin uit alinea 2 die deze reden bevat.

Slide 9 - Question ouverte

9) Aan welk signaalwoord herken je deze tweede reden? (zie vraag 8)

Slide 10 - Question ouverte

10) Welk signaal(woord / woordgroep) voor chronologisch verband herken je in alinea 3?

Slide 11 - Question ouverte

11) Waar zijn Rolls Royce en Tsjakkalotje voorbeelden van? (al.3)

Slide 12 - Question ouverte

In alinea 3 komt een oorzakelijk verband voor.
12a) Wat is de oorzaak?
Het gevolg komt in de volgende vraag.

Slide 13 - Question ouverte

In alinea 3 komt een oorzakelijk verband voor. De oorzaak heb je genoemd bij 12a.
12b) Wat is het gevolg?

Slide 14 - Question ouverte

13) Aan welk signaalwoord herken je dit verband? (zie vraag 12)

Slide 15 - Question ouverte

Aan de slag ...
De brug (blz. 244) opdr. 2
1 t/m 20

* huiswerk voor woensdag
* je mag oortjes in, als je een playlist hebt

Slide 16 - Diapositive