Les 6: Lijn en textuur

LIJN EN TEXTUUR
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

LIJN EN TEXTUUR

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Wat gaan we doen?
Deze laatste twee aspecten zijn de minst moeilijke en duren dus het kortst om uit te leggen, hoppa!

We gaan het hebben over:
  • Structuur, textuur en stofuitdrukking 
  • Textuur contrast
  • Contourlijnen
  • Arcering

Slide 3 - Diapositive

Oké, allereerst textuur dus
Textuur wil zeggen hoe iets aanvoelt. Dat kan ruw zijn, of glad, zacht of stekelig. En dan is het natuurlijk de kunst om het zo te tekenen dat het ook echt zo lijkt!
Er wordt vaak gesproken over structuur, textuur en stofuitdrukking. Wat de verschillen zijn ga ik je uitleggen

Slide 4 - Diapositive

Structuur
Dit is hoe iets is opgebouwd. Hiernaast zie je de STRUCTUUR van een vacht. Je ziet elke haar zitten, dus je ziet hoe die vacht is opgebouwd uit verschillende haren.

Slide 5 - Diapositive

Textuur
Dit is hoe iets aanvoelt. Hiernaast zie je weer een vacht, maar nu zie je de gehele vacht en zie je dat het waarschijnlijk heel zacht aan voelt.

Slide 6 - Diapositive

Stofuitdrukking
En dit is de term die je in de kunstbeschouwing altijd hoor. Stofuitdrukking is namelijk hoe de schilder het materiaal heeft nagetekend of nageschilderd. Je ziet dat de geschilderde vacht van de kat net echt is...

Slide 7 - Diapositive

Oké, en dan lijn...
Lijnen heb je natuurlijk nodig om iets te tekenen of te schilderen. Je begint altijd met een lijn. Met potlood vaak een dunnen schetslijn die je makkelijk weer uit kunt gummen, maar je kunt er meer mee doen...

Slide 8 - Diapositive

Contourlijn
Gebruik je een dikke zwarte lijn, dan noem je dat een contourlijn. Die lijn maakt de vorm heel duidelijk, maar ook heel plat, er zit geen diepte meer in. In strip gebruiken ze dit vaak.

Slide 9 - Diapositive

Arceren
Je kunt lijntjes ook gebruiken om juist diepte aan te brengen. Door veel lijntjes bij elkaar te zetten kun je schaduw maken. Hoe meer lijntjes je over elkaar zet, hoe donkerder het wordt...

Slide 10 - Diapositive

Textuurcontrast
Gebruik je nou verschillende texturen bij elkaar, dan kun je een contrast krijgen. Zet heel zachte materialen maar eens naast heel stekelige. En dat kun je natuurlijk tekenen

Slide 11 - Diapositive

Textuurcontrast
... maar je kunt er ook voor kiezen om iets te maken in een textuur die je niet verwacht, zoals bijvoorbeeld dit heel harige koffiekopje. Dat is ook een contrast

Slide 12 - Diapositive

Even kijken of dat is blijven hangen...


Geef in de volgende slides aan of je een structuur, textuur of stofuitdrukking ziet

Slide 13 - Diapositive


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 14 - Quiz


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 15 - Quiz


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 16 - Quiz


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 17 - Quiz


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 18 - Quiz


A
Structuur
B
Textuur
C
Stofuitdrukking

Slide 19 - Quiz

Simpel toch?
Kies bij de volgende slides uit schetslijn, contourlijn en arcering

Slide 20 - Diapositive


A
Schetslijn
B
Contourlijn
C
Arcering

Slide 21 - Quiz


A
Schetslijn
B
Contourlijn
C
Arcering

Slide 22 - Quiz


A
Schetslijn
B
Contourlijn
C
Arcering

Slide 23 - Quiz


A
Schetslijn
B
Contourlijn
C
Arcering

Slide 24 - Quiz

Samengevat
Zoals ik al zei zijn dit de twee aspecten die naar mijn idee de minste problemen opleveren. Zorg er wel voor dat je structuur, textuur en stofuitdrukking goed uit elkaar houd en dan komt het denk ik wel goed!

Slide 25 - Diapositive