Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Startklaar
Ik heb mijn boeken en laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Ik ken vier vormen die gebruikt worden voor de toekomende tijd.
Ik kan deze vier vormen herkennen en ook zelf gebruiken in een zin.
Slide 2 - Diapositive
Welke twee vormen hebben we ook alweer geleerd?
Present Simple
Present Continuous
Slide 3 - Diapositive
Welke twee vormen hebben we alweer geleerd?
Present Simple
- Bij vaste tijden
Present Continuous
- Als je een afspraak hebt gemaakt
Slide 4 - Diapositive
Toekomende tijd
To be going to
– am/are/is + going to + hele werkwoord
I am going to buy this house
It is going to rain soon
Look, we will go to Spain
Slide 5 - Diapositive
Toekomende tijd
To be going to
Als iemand iets van plan is / bij voorspellingen waarbij je bewijs hebt
- Look, it’s going to rain soon.
- She’s going to move house in March.
Slide 6 - Diapositive
Toekomende tijd
Will
Will + hele werkwoord
They will help him this weekend
It will snow in March
Slide 7 - Diapositive
Toekomende tijd
Will
Als je iets aanbiedt / bij beloftes / aankondigingen / bij voorspellingen waarvoor je geen bewijs hebt. We will visit you this weekend. It will rain next weekend.
Slide 8 - Diapositive
Vul de juiste vorm in: The weatherman said it ... ... rain soon
A
shall
B
is going to
C
rains
D
is raining
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm in: I ... help you with painting.