H3 - week 10 - Spelling ww H4 en H5 - les 2

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl


Slide 1 - Diapositive

- Stillezen
- H5 Spelling ww theorie kort herhalen - Engelse Werkwoorden
- H4 en H5 - spelling werkwoorden 


Doel:
- Je benoemt wat de stijlfiguren uit H3 en H4 zijn
- Je kunt ze herkennen in zinnen
- Je kunt moeilijke werkwoorden op de juiste manier schrijven (-d's en -t's etc.)
Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Wanneer schrijf je een -d, -t, -dt, -tt- of -dd- ?

Belangrijk:
- welke vorm van het werkwoord is het?
- hele zin in tegenwoordige of verleden tijd?
- Is het meervoud, enkelvoud, ben je het zelf of is het iemand anders?
- wat is de stam van het werkwoord?
Werkwoordspelling

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke Engelse werkwoorden ken je die we in het NL ook gebruiken?

Slide 6 - Question ouverte

Regel:
- Vervoeg ze net als in het Nederlands, maar let wel op wat de stam (ik-vorm) is.
- -d's of -t's bij pvvt en vd als in de klank
Engelse werkwoorden

Slide 7 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 8 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
Maar, let wel op de uitspraak:

Slide 9 - Diapositive

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft. ( spreek je het Engels uit = dubbel)
Paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd

Grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
Stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest

Slide 10 - Diapositive

Wat komt op de plek van de puntjes?

Onze leraar ….. iedere dag naar school.
A
joggt
B
joggd
C
jogt
D
jogd

Slide 11 - Quiz

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Iedereen (googlen) ….. wel eens.

Slide 12 - Question ouverte

Wat komt op de plek van de puntjes?

Ik …..eigenlijk bijna nooit.
A
chat
B
chatet
C
chatt
D
chattet

Slide 13 - Quiz

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
crossen?

Slide 14 - Question ouverte

Wat hoort op de plek van de puntjes?

Koen (skaten) ….. graag de hele dag.

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van
skaten?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd enkelvoud van
passen? (de bal naar iemand overspelen)

Slide 17 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van
faxen?

Slide 18 - Question ouverte

De camera was maximaal
(inzoomen vd)

Slide 19 - Question ouverte

Bilal (toasten vt) op de winnaar van het toernooi.

Slide 20 - Question ouverte

Indi, onze hond, werd vorige week nog (trimmen vd).

Slide 21 - Question ouverte

Aan de slag:
Wat:
Maken: 
- Spelling werkwoorden H4 (opdracht 8 t/m 11)
- Spelling werkwoorden H5 (opdracht 7 t/m 11)

Leren:  Schema werkwoordspelling + Engelse werkwoorden

Let op:
Let in elke zin op welke vorm van het werkwoord je nodig hebt. 

Wanneer:
Deze week

Slide 22 - Diapositive