Mentorles_verbale_communicatie

KD-uur 6-3-2024
algemeen
vakken
mindset
uitstelgedrag
enquete 

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

KD-uur 6-3-2024
algemeen
vakken
mindset
uitstelgedrag
enquete 

Slide 1 - Diapositive

Tips engels
opdrachten vooraf uitleggen en nabespreken
uitspraak woorden samen doornemen
grammatica uitleggen als dat gevraagd wordt en niet zelfstandig laten uitzoeken
mag meer overzicht op de klas zijn, er wordt vaak teveel "gekloot" dus onrust
controlevragen
let op  met op tijd komen, klas staat vaak al enkele minuten te wachten


Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

vandaag
leerlingbespreking
telefoongebruik
omgang met elkaar, fysiek en digitaal
respecteren van elkaar
grenzen aangeven
spel
communicatie, verbaal en non-verbaal

Slide 4 - Diapositive

Communicatie






Mentorles 

Slide 5 - Diapositive

Communicatie
We kennen 2 soorten communicatie:
  

  • Verbale communicatie
  • Non-verbale communicatie

Slide 6 - Diapositive

Verbale communicatie
  • Communiceren met gesproken woorden
  • Communiceren met geschreven woorden (tekst): brief, mail, app, snap etc.
  • Geluiden / signalen
  • Muziek

Slide 7 - Diapositive

Verbale communicatie
  • Ongeveer 40-45% van onze communicatie is verbaal
  • Slechts 7-10% daarvan zijn de woorden die we werkelijk uitspreken
  • De woordkeus bepaald wel voor een belangrijk deel hoe de boodschap bij de ander overkomt
  • Overige 35% bestaat uit emotie, intonatie, tempo, pauzes, ademhaling (para-verbaal)

Slide 8 - Diapositive

Grenzen respecteren

  • De manier waarop je iets vraagt aan een ander, roept bij die persoon een bepaald gevoel op. 
  • Dit gevoel bepaald voor een heel groot deel, hoe die persoon richting jou gaat reageren en welk antwoord je gaat krijgen.

Slide 9 - Diapositive

Grenzen respecteren

  • De manier van een vraag stellen is vooral heel belangrijk als er iets aan de hand is wat jij onprettig vindt of waar je tegenop ziet. 
  • Als je je vraag onhandig stelt, dan bereik je niet wat je wilt, of een situatie loopt zelfs uit de hand. 
  • Als je de vraag op een andere manier zou stellen, bereik je misschien wel wat je wilt.

Slide 10 - Diapositive

Grenzen respecteren

  • Als jou een vraag gesteld wordt, die bij jou weerstand oproept, betekent dit, dat jouw persoonlijke grens is bereikt.
  • Vanaf dat moment is er van jouw kant geen bereidheid meer om positief te reageren op de vraag die je gesteld wordt. 
  • Je reageert geërgerd terug, of je bent niet eens meer bereid om aan het verzoek te voldoen, ongeacht wat de vraag was.

Slide 11 - Diapositive

Oefening 'hoe stel je je vraag'
  • Neem per 2-tal deel aan deze les 
  • Ga tegenover elkaar zitten en wissel van rol bij elke beschreven situatie
  • 6 situaties, dus iedereen stelt 3x een vraag, doet een mededeling of maakt een opmerking richting de ander
  • Noteer bij elke situatie wat er gezegd wordt en of dit bij de ander weerstand (Nee) of begrip opleverde (Ja)

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld situatie
Iemand die achter jou zit in de klas, tikt steeds tegen je stoel aan. Je wilt dat dit stopt.

Vraag:          Hé! Stop eens met dat getik!
Antwoord: Nee!
Vraag:          Zou je willen stoppen met tikken?
Antwoord: Ja, is goed.

Slide 13 - Diapositive

1. Je gaat terug naar een winkel om een kledingstuk te ruilen, dat je achteraf gezien toch niet mooi vindt.

Slide 14 - Question ouverte

2. Je hebt een aantal slechte cijfers gehaald en dat moet je thuis gaan vertellen.

Slide 15 - Question ouverte

3. Iemand dringt voor bij de bakker, waar jij al even staat te wachten om geholpen te worden.

Slide 16 - Question ouverte

4. Je hebt een werkstuk nog niet af en dat moet je aan de docent gaan vertellen die altijd heel streng is.

Slide 17 - Question ouverte

5. Je hebt iets van iemand geleend, maar het is kapot gegaan. Je moet dit gaan vertellen.

Slide 18 - Question ouverte

6. Je zit naast iemand, maar je wilt eigenlijk liever naast iemand anders gaan zitten.

Slide 19 - Question ouverte