V5 MAW H5 en H6

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Kennistest H5 en H6

Wat weet je al??

Dit zijn de processen waardoor conflicten via machtsstrijd en consensus worden opgelost

1. Politics
2. Polity
3. Policy

Institutionalisering van een politieke macht tot een staat

1. Rationalisering
2. Socialisatie
3. Institutionalisering
4. Staatsvorming

Duidt op de binding met de staat waarin men woont en de natie waartoe men behoort

1. Representativiteit
2. Staatsvorming
3. Politieke cohesie
4. Ideologie

Welke drie processen droegen bij aan staatsvorming en verandering van politieke macht?

Wat zijn de drie subfases van de omzetting?

1. (H)erkennen, afwegen, beleidsbepaling
2. Invoer, uitvoer, feedback
3. Partijenstroom, oplossingstroom, problemenstroom
4. Agendavorming, beleidsvoorbereiding, beleidsbepaling

Wat zijn de vier dimensies waarop je politieke standpunten kunt indelen?

I Fractiediscipline is een voorbeeld van een formele politieke institutie
II Wetten en bepalingen zijn meestal informeel.

1. Beide zijn juist
2. Beide zijn onjuist
3. Alleen I is juist
4. Alleen II is juist

I Actief kiesrecht houdt het % in dat mensen komen opdagen bij verkiezingen
II Passief kiesrecht is het recht om je verkiesbaar te stellen

1. Beide zijn juist
2. Beide zijn onjuist
3. Alleen I is juist
4. Alleen II is juist

De vertegenwoordiging van een groep in een (politieke) organisaties door 1 of enkele betrokkenen die namens de groep optreden

1. Representatie
2. Representativiteit
3. Politieke institutie
4. Rechtsstaat

Partijen vertegenwoordigen de standpunten binnen het volk. Dit hoort bij het ...

1. Afspiegelingsmodel
2. Rolmodel
3. Partijenmodel

het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen

1. Mobilisatiefunctie
2. Articulatiefunctie
3. Aggregatiefunctie
4. Rekruteringsfunctie

I Een pressiegroep komt op voor het algemeen belang
II Een pressiegroep doet vaak mee aan verkiezingen

1. Beide zijn juist
2. Beide zijn onjuist
3. Alleen I is juist
4. Alleen I is juist

In dit model ligt de macht bij realisatiemacht en hindermacht

1. Barrieremodel
2. Systeemmodel
3. Stromenmodel

Voor een grootschalige democratie zijn er zes noodzakelijke politieke vereisten. Noem er twee

 voorwaarden democratie

1. Gekozen vertegenwoordigers die de regering controleren.

2. Vrije, eerlijke en regelmatige verkiezingen waarbij volksvertegenwoordigers worden gekozen.

3. Vrijheid van meningsuiting zodat burgers zich zonder gevaar van straf kunnen uitspreken over de politiek.

Voorwaarden democratie

4. Toegang tot meerdere onafhankelijke informatiebronnen voor burgers om hun mening te vormen

5. Vrijheid van vereniging.

6. Inclusief burgerschap, wat betekent dat aan alle volwassenen die permanent verblijven in een land, dezelfde rechten worden toegekend

Hoe ging het? (100 is maximale score)

0100

Hoe goed heb je in de les gewerkt?

😒🙁😐🙂😃

Succes