Plagen en pesten

PESTEN OF PLAGEN
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

PESTEN OF PLAGEN

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
We leren te begrijpen wat pesten is, wat het verschil is tussen pesten en plagen en welke mensen er allemaal betrokken zijn bij een pestsituatie. Ook wordt er nagedacht over hoe je samen een eind kan maken aan een pestprobleem.

Slide 2 - Diapositive

OPDRACHT 1: QUIZ OVER PESTEN

Slide 3 - Diapositive

Quiz! Noteer het juiste antwoord op een blaadje
Vraag 1: Hoeveel leerlingen worden er gemiddeld in elke klas NIET gepest?
 A) 25
 B) 15
 C) 10

Vraag 2: Hoeveel leerlingen pesten er gemiddeld in elke klas?
 A) 1
 B) 5
 C) 10


Slide 4 - Diapositive

Quiz!
Vraag 3: Waar worden meer kinderen gepest? Op de basisschool of middelbare school?
 A) Op de basisschool
 B) Op de middelbare school
 C) Allebei evenveel

Vraag 4: Wie pesten er vaker, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 5 - Diapositive

Quiz!
Vraag 5: Wie worden er vaker gepest, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 6: Wie gebruiken er vaker fysiek geweld (slaan, schoppen, duwen) bij het pesten?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 6 - Diapositive

Quiz!
Vraag 7: Wie pesten er vaker via internet, mobiel of social media?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 8: Aan wie vertellen jongeren het het eerste als ze gepest worden?
 A) Aan hun ouders
 B) Aan hun mentor(en)
 C) Aan een vriend of vriendin

Slide 7 - Diapositive

DE ANTWOORDEN
-> De antwoorden in blauw zijn goed.

Slide 8 - Diapositive

Vraag 1: Hoeveel leerlingen worden er gemiddeld in elke klas NIET gepest?
 A) 25
 B) 15
 C) 10 (65% van de leerlingen geven aan in meer of mindere mate gepest te worden in een klas.)


Vraag 2: Hoeveel leerlingen pesten er gemiddeld in elke klas?
 A) 1
 B) 5
 C) 10 (75% van de leerlingen geeft aan minstens een beetje betrokken te zijn bij pesten, als pester of als meeloper.)








Slide 9 - Diapositive

Vraag 3: Waar worden meer kinderen gepest? Op de basisschool of middelbare school?
 A) Op de basisschool
 B) Op de middelbare school
 C) Allebei evenveel


Vraag 4: Wie pesten er vaker, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Slide 10 - Diapositive

Vraag 5: Wie worden er vaker gepest, jongens of meisjes?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 6: Wie gebruiken er vaker fysiek geweld (slaan, schoppen, duwen)bij het pesten?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel

Slide 11 - Diapositive

Vraag 7: Wie pesten er vaker via internet, mobiel of social media?
 A) Jongens
 B) Meisjes
 C) Allebei evenveel


Vraag 8: Aan wie vertellen jongeren het het eerste als ze gepest worden?
 A) Aan hun ouders
 B) Aan hun mentor(en)
 C) Aan een vriend of vriendin

Slide 12 - Diapositive

Wat viel jullie op aan de antwoorden?

Slide 13 - Diapositive

OPDRACHT 2: 
WAT IS PESTEN?

Slide 14 - Diapositive

Beantwoord de vragen op je blaadje

1: Wat is pesten? Omschrijf in eigen woorden wat pesten is.
2: Wat is het verschil tussen pesten en plagen?
3: Wat voor effect heeft het op mensen als zij gepest worden? Hoe voelen zij zich dan?

Slide 15 - Diapositive

Pesters Pesten omdat
  • Een pester wil macht over anderen. Ze kiezen een zwak slachtoffer en voelen zich machtig.    Dit kan ook zijn omdat ze jaloers zijn op de ander en hen daarom naar beneden halen.
  • Een pester is onzeker. Met een ‘stoere houding’ hoopt de pester dat er tegen hem of haar opgekeken wordt.
  • Een pester kan vroeger zelf gepest zijn.
  • Thuis zijn er problemen (geen aandacht of mishandeling van/door ouders/verzorgers).
  • Een pester wil graag bij een sterke groep horen. Kinderen of jongeren die graag bij een machtig (populair) clubje willen horen, blijken meer te pesten.
  • Een pester is vaker depressief. Pesten kan voor hen dan een uiting van frustratie zijn en een goed gevoel geven. Uiteraard zijn er veel betere manieren om je gelukkig te voelen.

Slide 16 - Diapositive

Wanneer is het geen plagen maar pesten?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe kan je het beste omgaan met pestsituatie?

Slide 18 - Question ouverte


Stel, jij bent de baas in de klas. Wat zou jij doen om ervoor te zorgen dat er in jouw klas niet gepest wordt?

Slide 19 - Question ouverte

Bespreek klassikaal: Bij wie kan je allemaal terecht als je met pesten in aanraking komt? 

- Bij wie thuis?
- Bij welke mensen op school?
- Bij wie in de klas?



Slide 20 - Diapositive

OPDACHT: ONS PESTPROTOCOL

Slide 21 - Diapositive

Maak met de hele klas afspraken over hoe wij als klas vanaf nu met pesten omgaan. Een anti pest protocol oftewel een anti- pestcontract.


Hierin staat:
1. Hoe wij als klas met elkaar omgaan. 
2. Hoe we er samen voor zorgen dat iedereen zich prettig voelt op school.
3. Hoe wij voorkomen dat er gepest wordt. 
4. Wat wij doen als wij merken dat er toch gepest wordt. 

De docent en alle leerlingen zetten hun handtekening onder het anti-pest contract.

Slide 22 - Diapositive

Voorbeeld van een anti-pestprotocol

Wij beloven dat we ons aan de volgende afspraken houden om ervoor te zorgen dat iedereen zich prettig voelt op onze school en in onze klas.

We spreken af dat wij:
- Elkaar met respect behandelen                                                       - Geen geweld gebruiken
- Van elkaar spullen afblijven                                                                - Goed luisteren naar elkaar
- Elkaar accepteren zoals we zijn,                                                        - Bij pesten de leerkracht inlichten                                      
 - Elkaar niet buitensluiten
- Elkaar niet uitschelden of belachelijk maken                             - Aardig met elkaar omgaan
- Elkaar niet bedreigen of chanteren



Slide 23 - Diapositive

Afsluiting

Rondvraag:
Wat is het belangrijkste dat je meeneemt na de les van vandaag?

Slide 24 - Diapositive