U3 les 10 - 13 mars

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Lundi 13 mars
Les objectifs pour aujourd'hui :

- Jij kunt de werkwoorden "aimer, détester, préférer et adorer" in zinnen gebruiken;
- Jij kunt woorden van Unité 3 vertalen en in zinnen gebruiken;
- Jij kunt zeggen wat voor hobbies/ vakken  je (niet) leuk vindt.

Slide 2 - Diapositive

Qui a fait les devoirs ?
1/ Lees de grammatica onderdeel van Apprendre 5 van Unité 3 (pagina 107 in jouw boek).

Schrijf 4 zinnen op een blaad papier. Schrijf over vakken op school en/ of jouw eigen hobby's. Gebruik het juiste lidwoord!
- een zin met het werkwoord "aimer";
- een zin met het werkwoord "adorer";
- een zin met het werkwoord "préférer";
- een zin met het werkwoord "détester".
Heb jij niet 4 zinnen op papier geschreven? Dan krijg jij "HV" in Magister.
2/ Herhaling:
- Leer nog de woorden van Apprendre 1 en 2 ;
- Leer nog de vervoeging van een werkwoord in -er: Apprendre 3 van Unité 3.










Slide 3 - Diapositive

Des phrases (zinnen) avec...
  • Attention ! Pas d'infinitif (-er) : je moet altijd het werkwoord vervoegen.
  • Qui a une phrase avec le verbe "aimer" ?
  •   Qui a une phrase avec le verbe "détester" ?
  • Qui a une phrase avec le verbe "adorer" ?
  • Qui a une phrase avec le verbe "préférer" ?

Slide 4 - Diapositive

Vertaal "ik hou van geschiedenis"

Slide 5 - Question ouverte

Aimer, adorer, détester, préférer + le, la, l' & les
Ik heb een hekel aan = détester 
Ik ben dol op                 = adorer
ik heb liever                   = préférer
ik hou van                       = aimer

Slide 6 - Diapositive

Duimpjeswerkwoorden:

aimer, adorer, préférer, détester

Il aime + infinitief
bv: il aime jouer à la Nintendo.

Il aime + le/la/les + z.n.

Slide 7 - Diapositive

Vertaal "ik kan piano spelen"

Slide 8 - Question ouverte

faire + de /  jouer + à / jouer + de
je fais de la danse
je joue à la Nintendo
je joue de la guitare (muziekinstrument)

Slide 9 - Diapositive

faire + de /  jouer + à / jouer + de
je joue de le piano (muziekinstrument)
de + le = du
je joue du piano
piano spelen = jouer du piano

Slide 10 - Diapositive

Vertaal "ik heb een hekel aan aardrijkskunde"

Slide 11 - Question ouverte

Aimer, adorer, détester, préférer + le, la, l' & les
Ik heb een hekel aan = détester 
Ik ben dol op                 = adorer
ik heb liever                   = préférer
ik hou van                       = aimer

Slide 12 - Diapositive

Vertaal "ik moet blijven zitten"

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal "ik heb een training iedere dag "

Slide 14 - Question ouverte

Lesdoelen behaald?
- Jij kunt de werkwoorden "aimer, détester, préférer et adorer" in zinnen gebruiken;
- Jij kunt woorden van Unité 3 vertalen en in zinnen gebruiken;
- Jij kunt zeggen wat voor hobbies/ vakken je (niet) leuk vindt.

Slide 15 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage