H5 p1 en p2

Brutoloon naar Nettoloon
Brutoloon 
Premies -
Belasting - 
---------------------
= Nettoloon

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Brutoloon naar Nettoloon
Brutoloon 
Premies -
Belasting - 
---------------------
= Nettoloon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bruto- en nettoloon






Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het brutoloon is €2.200. De inhoudingen zijn 28% van het brutoloon. Hoeveel is het nettoloon?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een metselaar krijgt 1721 euro nettoloon. Er wordt 320 euro belasting ingehouden. Wat zou zijn brutosalaris zijn?
De formule voor het berekenen van nettoloon is: brutoloon - inhoudingen van belastingen = nettoloon

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Patrick verdient 95,- euro in de maand. Hoeveel is dit in de week? typ je berekening in je antwoord

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Katja werkt in Betties snoepkraam. Zij werkt 9 uur per week. De loonkosten voor Katja zijn € 292,50 per maand.

Bereken de loonkosten voor Katja per uur. Laat de berekening zien.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Productiesectoren   

Slide 7 - Diapositive

De ondernemingen waarbij je kunt werken, zijn verdeeld in vier productiesectoren.

De primaire sector: hier horen bedrijven bij die grondstoffen maken zoals boeren, vissers, de houtkap en mijnbedrijven.

De secundaire sector: hier horen bedrijven bij die de grondstoffen van de primaire sector nemen en verwerken tot iets anders. Fabrieken, bouwbedrijven, pottenbakkers en soortgelijke bedrijven.

De tertiaire sector: hierin vind je alle bedrijven die een dienst leveren (en dus niet een goed maken!) en deze met winst proberen te verkopen. Alle winkels horen hierbij, maar ook de bank, de NS, de kapper en klusbedrijven,

De quartaire sector: hier vallen alle bedrijven onder die een dienst leveren en deze niet met winst proberen te verkopen. De diensten die in de quartaire sector worden geleverd zijn grotendeels openbaar. Hieronder vallen de politie, brandweer en het onderwijs.
Arbeidsverdeling
Taken verdelen
Leidinggevend/ uitvoerend
Specialisatie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingsvormen
Eenmanszaak/ ZZP
VOF
BV
NV

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondernemingsvormen 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
Tweemanszaak
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bakker behoord tot de productieSECTOR:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke ondernemingsvorm is een rechtspersoon?
A
BV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke productiesector zit de politie?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

aan de slag met 5.2
Alle vragen 5.2 afmaken
Huiswerk doornemen 5.3

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions