Spreekoefeningen in tweetallen
Aufgabe 34 Sätze formulieren (zinnen formuleren)
Stel de vragen van a) in het Duits en geef de
antwoorden bij b) in het Duits. Wissel daarna van rol.
Aufgabe 35 Gespräch führen (gesprek voeren)
Kies een rol. Stel de vragen en geef de antwoorden
in het Duits in volledige zinnen.