1HV H5 Europa: reliëf en klimaat (par. 2)

 Par. 2: reliëf en klimaat
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

 Par. 2: reliëf en klimaat

Slide 1 - Diapositive

Aan het eind van deze les weet je:
- welke vormen reliëf Europa heeft
- hoe gebergten als klimaatscheiding
  werken 
- het verband tussen reliëf en temperatuur 
- het verband tussen reliëf en neerslag
- welke invloed de zee heeft bij laagland 

Slide 2 - Diapositive

Begrippen 
  • relief
  • gelede kust
  • schiereiland
  • hooggebergte
  • middelgebergte
  • laagland
  • heuvelland
  • stuwingsregen
  • regenschaduw
  • loefzijde
  • lijzijde

Slide 3 - Diapositive

Wat is reliëf?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is een schiereiland?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

4 vormen reliëf van hoog naar laag 
1- hooggebergte > 1500m
2- middelgebergte 500-1500m
3- heuvelland 200-500m
4- laagland < 200m

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Welke reliëf-vormen kun je in Nederland aantreffen?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland en laagland
D
Er is geen reliëf in Nederland, het is plat

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je deze vorm van een gebied?
A
Eiland
B
Continent
C
Gelede kust
D
Schiereiland

Slide 10 - Quiz

Europa heeft 4 grote schiereilanden:
1- het Iberisch Schiereiland (Spanje+Portugal)
2- Italië 
3- Scandinavisch Schiereiland
4- Griekenland 

Slide 11 - Diapositive

Zoek een schiereiland op de wereld en lever de foto in. Zet er wel bij welk schiereiland het is!

Slide 12 - Question ouverte

Reliëf, temperatuur en neerlag hebben invloed op elkaar.
Kijk maar eens naar de temperatuursverschillen tussen de plaatsen in Noorwegen en Zweden. Hoe komt dat? (Grotere kaart figuur 8 lesboek p2)

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Stel je voor: je maakt een wandeling in de bergen en begint op 500m hoogte en het is 22°C. Het eindpunt ligt op 2000m hoogte. Hoeveel °C is het daar?
A
28°C
B
16°C
C
13°C
D
22°C

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Waarom valt de meeste neerslag altijd aan de loefzijde van de berg?

Slide 19 - Question ouverte

Waarom valt er aan de lijzijde weinig neerslag?

Slide 20 - Question ouverte

Check je leerdoel!
Heb jij de leerdoelen van deze les gehaald? 
Beantwoordt de volgende vragen om erachter te komen...

Slide 21 - Diapositive

Welke vorm van reliëf is dit?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 22 - Quiz

Welke vorm van reliëf is dit?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvellland
D
Laagland

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je deze reliëf vorm?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 24 - Quiz

Hoe noem je deze reliëf vorm?
A
Hooggebergte
B
Middelgebergte
C
Heuvelland
D
Laagland

Slide 25 - Quiz

De havens in Zweden vriezen dicht in de winter en de havens in Noorwegen niet. Hoe kan dat?
A
De Zweedse havens liggen veel hoger
B
De Zweedse havens liggen achter een gebergte, daar is het kouder
C
De Noorse havens profiteren van de warme Golfstroom
D
De Noorse havens zijn kleiner

Slide 26 - Quiz

Stuwingsneerslag is neerslag dat opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

De droge kant van een scheidingsgebergte noemen we: lijzijde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Loefzijde is hetzelfde als regenschaduw
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Vragen?
Ja? Dan is het nu tijd om ze te stellen!
Nee? Dan kun je aan de slag met de opdrachten...

Slide 31 - Diapositive