Eindexamentaal instructiewoorden

Toetsvragen beantwoorden
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Toetsvragen beantwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doel examentaaltraining
Het doel van deze les is je voor te bereiden op het talige examen en je te trainen in het maken van eindexamenopgaven. 

Waarom?
 De talige aspecten van het
examen mogen vakinhoudelijke prestaties niet in de weg staan.

Slide 2 - Diapositive

Wat is eindexamentaal?
  • Eindexamens zijn behoorlijk talig, ook bij de exacte vakken.

  • Op het eindexamen wordt gebruik gemaakt van specifieke taal, bepaalde woorden.

  • Om een eindexamen te kunnen maken moet je kennis hebben van deze eindexamentaal.

Slide 3 - Diapositive

Hoe kun je succesvol een talig eindexamen maken?
  • Aandacht voor woordenschat: schooltaalwoorden en instructiewoorden.
  • Juiste leesstrategie toepassen: zoekend en analyserend lezen.
  • De vraag omzetten in een vraag-antwoordstructuur waardoor je de vraag versimpelt en verduidelijkt.

Slide 4 - Diapositive

2 lessen examentaaltraining
Deze snelcursus examentaaltraining bestaat uit 2 lessen:
  1. Les gericht op woordenschat: schooltaal- en instructiewoorden
  2. Les gericht op vraag-antwoordstructuur.

Slide 5 - Diapositive

Les 1: instructiewoorden
 Doel: Je kunt instructiewoorden herkennen en begrijpt de betekenis. Ook kun je de gevraagde acties koppelen aan het juiste instructiewoord.

Slide 6 - Diapositive

Lesopzet
  • Korte theorie met introductie van een lijst instructiewoorden
  • Zelf aan de slag en kennismaken met instructiewoorden door opdrachten
  • Korte nabespreking van de gemaakte opdrachten

Slide 7 - Diapositive

Woordenschat
Schooltaalwoorden: woorden die specifiek in onderwijsleersituaties gebruikt worden (en minder vaak voorkomen in dagelijkse situaties buiten school). 

Instructiewoorden: woorden die aanwijzen wat je moet doen of hoe je moet handelen bij een vraag of opdracht. 
Denk aan werkwoorden als leg uit, beredeneer, bereken.

Slide 8 - Diapositive

Een instructiewoord is een woord waarin een opdracht staat; een ‘doe-woord’.
Voorbeeld:
1. Bereken het gemiddelde.
2. Teken een grafiek.

De woorden ‘bereken’ en ‘teken’ zijn de instructiewoorden. Ze staan altijd in de gebiedende wijs. In veel vragen van het eindexamen staat een instructiewoord dat aangeeft wát je bij de vraag moet doen. Het is belangrijk dat je dat woord goed begrijpt anders zou het kunnen dat je een verkeerd of onvolledig antwoord op de vraag geeft.

Slide 9 - Diapositive

Kennis maken met instructiewoorden
Neem de lijst instructiewoorden door en maak nu de opdrachten 1 t/m 5

Slide 10 - Diapositive

Bespreking antwoorden opdracht 1 t/m 5

Slide 11 - Diapositive

Laatste tips bij instructiewoorden

  • Neem de lijst met instructiewoorden door en bepaal voor jezelf of je weet wat er van je verwacht wordt.
  • Bestudeer de instructiewoorden door tijdens het oefenen (en nakijken) van examens de instructiewoorden te onderstrepen en te controleren of je de betekenis van het instructiewoord goed begrepen hebt.
  • De betekenis van een instructiewoord kan per vak verschillen. Houd daar rekening mee. Twijfel je? Vraag om uitleg bij je vakdocent.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive