Betoog h3 talent

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Betoog h3 talent

Lees voor je begint deze aanwijzingen goed door:

Beantwoord de open vragen in volledige zinnen, in correct Nederlands.

• Geef bij meerkeuzevragen één duidelijk leesbaar antwoord.

• Als je iets moet citeren, doe dat dan zo: ‘Schattig hoor ... in hand.’ (r. 1)

• Geef niet meer antwoorden (zinnen, redenen, voorbeelden, e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld één reden wordt gevraagd en je geeft meer dan één reden, wordt alleen de eerste reden in de beoordeling meegeteld.

• Indien er een maximum aantal woorden voor een antwoord wordt gegeven, overschrijd dat dan niet. Noteer achter je antwoord hoeveel woorden je gebruikt hebt.

Welk soort
argumentatieschema
is dit?

standpunt

argument

argument

1. enkelvoudige argumentatie
2. nevenschikkend afhankelijke argumentatie
3. enkelvoudige onderschikkende argumentatie
4. nevenschikkend en onderschikkende argumentatie

Wat voor soort argumentatie is dit?

1. nevenschikkende argumentatie
2. onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Wat voor soort argumentatie is dit?

1. enkelvoudige argumentatie
2. onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkende argumentatie
4. nevenschikkende en onderschikkende argumentatie

Kenmerken van een betoog

Wat is de functie van dit tekstgedeelte?

Mijn leraar zegt dat ik niet goed geleerd heb, maar dat is niet waar. Ik heb gewoon nog nooit zo'n fijne quiz gehad waarmee ik echt goed kan oefenen.

1. Verklaring
2. Relativering
3. Stelling
4. Weerlegging

Wat is de functie van het volgende tekstgedeelte?

Wat voor mij de ideale docent is? Iemand die nooit huiswerk geeft, nooit moppert en me een leuke quiz voorschotelt tijdens de Topweek.

1. Definitie
2. Advies
3. Hypothese
4. Uitkomst

Als een alinea de functie heeft van een nuancering, dan...

1. Geeft de schrijver een oplossing.
2. Maakt de schrijver bezwaar tegen een eerdere bewering.
3. Zwakt de schrijver een standpunt iets af.
4. Ontkent de schrijver de juistheid van een bewering.

Welk soort argument?

1. vermoedens
2. feiten
3. ervaring
4. onderzoek

Welk soort argument herken je?

1. Vermoedens
2. Persoonlijke overtuiging of geloof
3. Emoties
4. Ervaring

Herhaling argumentatiestructuur

Enkelvoudige argumentatie

Nevenschikkende argumentatie

Onderschikkende argumentatie

Uiteenzetting

Beschouwing

Betoog

Argumentatiestructuur

Voor- en nadelenstructuur

Aspectenstructuur

Zet de juiste tekstsoorten bij de juiste tekstdoelen.

Tekstdoel Informeren

Tekstdoel Overtuigen

Tekstdoel Amuseren

Tekstdoel activeren

Tekstdoel instrueren

Een nieuwsbericht over gestrande trein

Recensie over eenfilm

Een mop in een tijdschrift

Een oproep op een website om te gaan protesteren. 

Artikel op een website warin iemand zijn mening geeft over een vuurwerkverbod.

Spelhandleiding hoe je 'Yahtzee' moet spelen.

Feit of mening?

1. mening
2. feit

Feit of mening?

1. In deze alinea staan enkel feiten.
2. In deze alinea staan enkel meningen.
3. In deze alinea staan zowel feiten als meningen.
4. In deze alinea staan zowel geen feiten als meningen.

Feit of mening?

1. In deze alinea staan alleen feiten.
2. In deze alinea staan alleen meningen.
3. In deze alinea staan feiten én meningen.
4. In deze alinea staan geen feiten en geen meningen.

Argument

Standpunt

Tegenargument

Weerlegging

Er moet meer geïnvesteerd worden in windenergie.

Windenergie is schoon.

Windmolens vervuilen het landschap.

Plaats de windmolens op zee.

inleiding

kern

slot

De schrijver trekt de aandacht van de lezer

De schrijver trekt een conclusie

De schrijver geeft argumenten en tegenargumenten

De schrijver roept op om actie te ondernemen

De schrijver motiveert het publiek om te blijven lezen

De schrijver noemt oorzaak en gevolgen

De schrijver kijkt naar de toekomst

Hoe goed ben jij in het maken van een toets?
(op een schaal van 1 tot 10)

010