Chapter 3: Food talk

CHAPTER 3 = FOOD TALK
FOOD TALK
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

CHAPTER 3 = FOOD TALK
FOOD TALK

Slide 1 - Diapositive

Dit hoofdstuk leer je meer over...
  • Eten/drinken, boodschappen, hoeveelheden en verpakkingen.
  • Omschrijven wat je eet  (smaken/proeven)
  • Eten kopen en dingen vragen als je aan tafel zit
  • Some and any
  • Meervoud
  • Aanwijzende voornaamwoorden (this, that, these, those)

Slide 2 - Diapositive

Favorite food?

Slide 3 - Carte mentale

What did you have for breakfast?

Slide 4 - Carte mentale

What is this ?

Slide 5 - Question ouverte

What is this ?

Slide 6 - Question ouverte

What is this ?

Slide 7 - Question ouverte

What is this ?

Slide 8 - Question ouverte

What is this ?

Slide 9 - Question ouverte

name a type of food that starts with an A

Slide 10 - Question ouverte

name a type of food that starts with an S

Slide 11 - Question ouverte

name a type of food that starts with an B

Slide 12 - Question ouverte


A
sausage
B
black pudding
C
kidneys
D
sweetbread

Slide 13 - Quiz


A
pork chops
B
pig's trotters
C
spare ribs
D
gammon

Slide 14 - Quiz


A
zucchini
B
cucumber
C
eggplant
D
gherkin

Slide 15 - Quiz


A
raspberry
B
gooseberry
C
blackberry
D
blueberry

Slide 16 - Quiz


A
pine nuts
B
peanuts
C
hazelnuts
D
cashew nuts

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Wat gebruik je in vraagzinnen? Some / Any?
A
Some
B
Any

Slide 19 - Quiz

Some/Any:

Do you want some/any lemonade?
A
some
B
any

Slide 20 - Quiz

Some/any:
I want some/any 7up.
A
some
B
any

Slide 21 - Quiz

Some/Any:

I don't need some/any apples.
A
some
B
any

Slide 22 - Quiz

Some/any betekent
A
veel
B
weinig
C
een aantal
D
geen

Slide 23 - Quiz

a dish
A
afwasborstel
B
gerecht
C
afwas
D
bord

Slide 24 - Quiz

whipped cream
A
koffiemelk
B
room
C
slagroom
D
boter

Slide 25 - Quiz

butcher
A
slager
B
voorgerecht
C
bakker
D
staafmixer

Slide 26 - Quiz

cart
A
winkelwagentje
B
menukaart
C
kraampje
D
kaart

Slide 27 - Quiz

garlic
A
knoflook
B
gember
C
nootmuskaat
D
zout

Slide 28 - Quiz

pork
A
veel
B
varkensvlees
C
pot
D
pollepel

Slide 29 - Quiz

dough
A
bakpoeder
B
meel
C
gist
D
deeg

Slide 30 - Quiz

porridge
A
pap
B
vla
C
muesli
D
cornflakes

Slide 31 - Quiz

cinnamon
A
zoet broodje
B
kaneel
C
sinaasappel
D
ontbijtgranen

Slide 32 - Quiz

spring onions
A
pitten
B
spruiten
C
salade
D
lente uitjes

Slide 33 - Quiz

dairy
A
druiven
B
kaas
C
zuivel
D
vies

Slide 34 - Quiz

last one: cutlery
A
kaasschaaf
B
bestek
C
servetten
D
wisselgeld

Slide 35 - Quiz

Maken
Chapter 3 - Part E
Writing and grammar 
exercise 31 until 35
+
Worksheets Food Talk

Slide 36 - Diapositive