1hv5 - vr100622

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Interroger
  • Corriger
  • Grammaire
  • Au travail
  • Les devoirs

But:  alle stof herhalen hoofdstuk 5 

Slide 2 - Diapositive

Interroger - vul aan ..
  1. J'ai fêté mon .... (ik heb mijn verjaardag gevierd) 
  2. C'est ... (wie?)
  3. Ton frère est .... (hoe)?
  4. Mon frère a ................................ (bruine haren) 
  5. Il est grand? Non, .................. (hij is klein)

Slide 3 - Diapositive

Controler les devoirs

Slide 4 - Diapositive

Grammaire
  • Mon père est grand, mais ma mère n'est pas grande
  • Mes cousines ne sont pas petites, mais grandes

  • Bijvoeglijk naamwoord past zich aan aan het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of meervoud)
  • Bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. 

Slide 5 - Diapositive

Grammaire
mannelijk enkelvoud
-
vrouwelijk enkelvoud
+e
mannelijk meervoud
+s
vrouwelijk meervoud
+es

Slide 6 - Diapositive

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -e?
Dan géén extra -e bij vrouwelijk enkelvoud. 

rood = rouge 
la maison rouge 

Slide 7 - Diapositive

Attention!
Eindigt een bijv. nw. al op een -s?
Dan géén extra -s bij mannelijk meervoud. 

grijs = gris
le souris gris --> les souris gris

Slide 8 - Diapositive

Uitzonderingen
mannelijk ev
vrouwelijk ev
mannelijk mv
vrouwelijk mv
goed/lekker
bon
bonne
bons
bonnes
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles

Slide 9 - Diapositive

Corriger 

Slide 10 - Diapositive

Répéter le P.C.

Slide 11 - Diapositive

Présent (tegenwoordige tijd)

  • Hele werkwoord -er
  • Vaste uitgang 

Parler --> parl

Je parle
Tu parles
Il/elle/on parle
Nous parlons
Vous parlez
Ils/elles parlent

Passé composé (voltooid tegenwoordige tijd)

1 - onderwerp
2 - vorm van avoir
3 - voltooid deelwoord (ww -er + é) 

J'ai parlé
Tu as parlé
Il/elle/on a parlé
Nous avons parlé
Vous avez parlé
Ils/elles ont parlé 

Slide 12 - Diapositive

Répéter le P.C.
1. Nous ...  .... (regarder)
2. Tu ...  .... (passer) 
3. Lucas et Nomie ...  .... (travailler) 
4. Vous .... ..... (chanter) 
5. On ....  ...   (rigoler)

Slide 13 - Diapositive

Les devoirs
Mercredi 15 juin

Apprendre: partie A, B, E et F nf/fn + aant. bijv. nw. 
Faire: - 



Slide 14 - Diapositive