Uitnodiging maken

Uitnodiging maken
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Uitnodiging maken

Slide 1 - Diapositive

Wat wil je weten over de uitnodiging maken? Wat weet je al?

Slide 2 - Question ouverte

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet je welke informatie er op een uitnodiging moet staan.


  • Aan het einde van de les heb je een uitnodiging gemaakt.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen IBS
  • Je verzorgt de uitnodiging (schrijven)

Slide 4 - Diapositive

Theorie
Vooraf doornemen:
Nu Nederlands online 
1.2 advertentie/ affiche en flyer

Slide 5 - Diapositive

Hoe ziet een uitnodiging er uit/wat staat er op?

Slide 6 - Carte mentale

Welke informatie moet er allemaal op een uitnodiging staan? 



  • Je gebruikt de vraagwoorden: voor wie - wat - wanneer - waar - waarom. 
  • Gebruik goed Nederlands en schrijf enthousiast.
  • Controleer je spelling. Fouten in een uitnodiging zijn storend.



Slide 7 - Diapositive

Lay-out (opmaak) van een uitnodiging

De lay-out of opmaak van een uitnodiging is erg belangrijk:


- Verdeel de tekst en beeld mooi over de bladzijde.


- Kies een goed leesbaar lettertype en denk na over de  lettergrootte: woorden die groot geschreven staan, vallen meer op.


- Zorg ervoor dat foto's of tekeningen goed bij elkaar passen.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Inleiding
Er zijn drie soorten manieren om een tekst in te leiden:
- het onderwerp van de tekst noemen (aankondigen)
- een vraag stellen
- een grappig/herkenbaar verhaaltje vertellen (anekdote)

Slide 12 - Diapositive

Slot
Er zijn drie manieren om een tekst af te sluiten:
- een samenvatting geven
- een conclusie trekken (eindoordeel - 'dus')
- een advies geven of oproep doen

Slide 13 - Diapositive

Welke antwoorden op de onderstaande vraagwoorden moeten er op een uitnodiging staan?
A
voor wie, wat, wanneer, hoe, waarom?
B
waar, waarom, wanneer, wat, hoe?
C
voor wie, wat, wanneer, waar, waarom?
D
voor wie, waarom, wanneer, waar, hoe?

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!
Ga aan de slag met de uitnodiging voor je workshop of demonstratie

Slide 15 - Diapositive

Sites om uitnodiging te maken
https://www.greetingsisland.com/
www.canva.com

Slide 16 - Diapositive