Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
- Je kent het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels.
- Je kunt uitleggen wat je zelf normaal vindt.
- Je bent je ervan bewust dat je van mening kunt verschillen over wat normaal is
Slide 2 - Diapositive
Programma
Herhaling vorige lessen - identiteit en cultuur/normen en waarden
Regels
Opvattingen en waarden
Kritische denkvaardigheden
Zelfstandig werken
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Wat is cultuur?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat is een subcultuur?
Slide 7 - Diapositive
Hoe noemen wij verschillende culturen bij elkaar?
Slide 8 - Diapositive
Wat vind ik normaal?
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Aan welke regels heb jij je vandaag gehouden?
Slide 11 - Diapositive
Geschreven regels = regels die in de wet staan, zoals niet discrimineren.
Ongeschreven regels = regels die aangeven hoe jij je normaal gedraagt, zoals niet pesten of roddelen
Slide 12 - Diapositive
Regels komen voort uit opvattingen en waarden
Slide 13 - Diapositive
Opvatting
Waarde
Regel
Elk leven is evenveel waard
Gelijkwaardigheid
Iedereen heeft recht op gezondheidszorg
Iedereen moet op dezelfde manier behandeld worden
Respect
Niet discrimineren
Voor ieder mens liefdevol zijn
Liefde
?????
Slide 14 - Diapositive
Om opvattingen, waarden en normen te begrijpen, heb je kritische denkvaardigheden nodig!!!
Slide 15 - Diapositive
Je bent een OEN!!!
Slide 16 - Diapositive
Open
Eerlijk
Nieuwsgierig
Slide 17 - Diapositive
De afkorting LSD betekent luisteren, samenvatten en doorvragen. Je gebruikt de LSD-aanpak om in gesprek te blijven. Je controleert of je de ander begrijpt en je vraagt door.
luisteren
Je luistert actief. Je laat merken dat je geïnteresseerd bent. Dat kun je doen door oogcontact te houden of door af en toe te knikken.
samenvatten
Controleer of je de ander nog goed begrijpt. Dat doe je door zijn antwoord kort te herhalen. Dat kun je op de volgende manier doen:
"Als ik het goed begrijp, zeg je …'
doorvragen
Stel een volgende vraag. Zorg ervoor dat die vraag te maken heeft met wat de ander net gezegd heeft. Bijvoorbeeld:
'Je zegt dat je een hekel hebt aan regels. Wat vind je daar vervelend aan?'
Slide 18 - Diapositive
Maak zelfstandig online opdracht 1 tot en met 6.
Slide 19 - Diapositive
Afronding
Je kent het verschil tussen geschreven en ongeschreven regels.
Je kunt uitleggen wat je zelf normaal vindt.
Je bent je ervan bewust dat je van mening kunt verschillen over wat normaal is.