H1 Wie bestuurt ons land?

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Politiek
H1. Wie bestuurt ons land? 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat kun je uitleggen aan het einde van de les? 

1. Wat is de overheid? 
2. Waarom zijn wij een rechtsstaat? 
3. Wat is een dictatuur en wat zijn de verschillen met ons land (een democratie)? 

Slide 4 - Diapositive

Welke afspraken maken we?
1.  Geen ruis tijdens uitleg
2. Als je wilt reageren dan vinger opsteken
3. Stil zijn als iemand praat
4. Luisteren als de docent of een mede-leerling praat
Consequenties: waarschuwing (naam op bord) -  time-out - Serre 2

Slide 5 - Diapositive

Wie heeft er in Nederland de macht? 


Waar denken jullie aan bij 'macht'? 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

RECHTSTAAT:
Een land waar de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd.

Slide 8 - Diapositive

Aantekening - kenmerken van een rechtsstaat 
Vier kenmerken van een rechtsstaat: 

  1. Rechtsgelijkheid: Iedereen in Nederland is voor de wet gelijk.
  2. Grondrechten: Alle burgers hebben grondrechten.
  3. Machtenscheiding: De macht om wetten te maken en uit te voeren ligt niet bij één persoon. De rechterlijke macht is onafhankelijk van de overheid, en onpartijdig.
  4. Legaliteitsbeginsel: De overheid mag alleen doen wat in de wet staat en niet met terugwerkende kracht. 

Slide 9 - Diapositive

Verzorgingsstaat

Sociale zekerheid: de overheid moet zorgen voor bestaanszekerheid (huis, inkomen, onderwijs, gezondheidszorg)  

Een land waarin de overheid zorgt voor sociale zekerheid noem je een verzorgingsstaat.  

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

De Grondwet

 = boek met alle rechten en plichten (grondrechten)
                       Alle burgers EN de overheid moeten zich hieraan houden

Een ander woord = Constitutie

Slide 12 - Diapositive

Iedereen is gelijk! 
Artikel 1 
Grondwet 

Slide 13 - Diapositive

De Grondwet -> grondrechten!
Sociale Grondrechten:

- bescherming van burgers door de overheid
- staan pas sinds 1983 in de Grondwet
  • recht op onderwijs
  • recht op gezondheidszorg
  • recht op bestaanszekerheid
  • recht op  werk
  • recht op rechtsbijstand
  • recht op  bewoonbaarheid
=> begint steeds met "recht op ..."
Klassieke Grondrechten:

- vrijheidsrechten
- staan al > 100 naar in de Grondwet
  • vrijheid van godsdienst
  • geen discriminatie
  • vrijheid van mening
  • vrijheid van drukpers
  • vrijheid van vereniging/vergadering
  • vrijheid van onderwijs
=> begint steeds met "vrijheid van ..."

Slide 14 - Diapositive

Rechten en plichten:


Rechten:
wat je mag doen of waar je recht op hebt.

Plichten:

Wat je moet doen. 

Slide 15 - Diapositive

Belasting betalen:
A
Recht
B
Plicht

Slide 16 - Quiz

Onderwijs:
A
Recht
B
Plicht

Slide 17 - Quiz

Bescherming tegen mishandeling en geweld:
A
Recht
B
Plicht

Slide 18 - Quiz

De Nederlandse taal voldoende beheersen.
A
Recht
B
Plicht

Slide 19 - Quiz

Het hebben van een geldig identiteitsbewijs:
A
Recht
B
Plicht

Slide 20 - Quiz

Weten van welk strafbaar feit je wordt verdacht.
A
Recht
B
Plicht

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Vidéo

Is hier sprake van een rechtsstaat? 

Grondrechten?
Wie heeft de macht? 

Slide 23 - Diapositive

De overheid
Het Rijk

De provincie

De gemeente

Slide 24 - Diapositive

Trias Politica

  • "Scheiding der machten":
    1. Wetgevende macht
    2. Uitvoerende macht
    3. Rechtgevende macht
  • Om misbruik te voorkomen
Niemand kan een rechter dwingen een verdachte schuldig te verklaren.
Hij is onafhankelijk en onpartijdig.
De regering (ministers + koning) en het gekozen parlement (eerste en tweede kamer).
ministers, OM, burgemeesters,

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Slide 27 - Diapositive

Dictatuur
Vijf kenmerken: 

1. Alle macht is in de handen van één of enkele machthebber(s) of één partij. 
2. Er is geen onafhankelijke rechtspraak. Rechters moeten doen wat de machthebbers willen.
3. Er zijn geen grondrechten voor burgers. Je mag dus niet protesteren tegen de machthebber(s)
4. Er zijn geen verkiezingen. Of er zijn alleen nepverkiezingen, waarbij de machthebber(s) opnieuw gekozen wordt.
5. Er is censuur. Er is géén persvrijheid of vrijheid van meningsuiting. Alléén de machthebber(s) mogen hun politieke ideeën via de media verspreiden.

Slide 28 - Diapositive

Democratie
De macht ligt bij het volk.

Hoe krijgen ze deze macht? 

Slide 29 - Diapositive

Een persoon of groep is de baas van het land, dit is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Rechtstaat
D
Monarchie

Slide 30 - Quiz

De macht van de overheid is gescheiden in drie delen
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 31 - Quiz

De inwoners hebben grondrechten
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Beide

Slide 32 - Quiz

Hier worden verkiezingen gehouden
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Beide

Slide 33 - Quiz

Overleg met degene(n) naast je: 

1. Wat is de overheid? 
2. Waarom zijn wij een rechtsstaat? 
3. Wat is een dictatuur en wat zijn de verschillen met ons land (een democratie)? 

(probeer de begrippen te gebruiken)

Slide 34 - Diapositive

Zelfstandig werken 
Start met de opdrachten van Methode M: H1. Wie bestuurt ons land? 

Afspraken
  • Je maakt de opdrachten in je boek. 
  • Je mag rustig overleggen met je buurman of buurvrouw.  
  • Vraag als je iets niet weet. Je hoeft niet alles te weten. 

Slide 35 - Diapositive