Cursus Spelling § 5 - Verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Leg je spullen klaar op tafel

Etui

Schrift

boek Nieuw Nederlands --> Blz. 230

Wat gaan we doen vandaag?

SPELLING

Je leert over verkleinwoorden;

Spelling

Lesdoel:

Je leert over verkleinwoorden;

Verkleinwoorden

Van zelfstandige naamwoorden kun je verkleinwoorden maken.

Een verkleinwoord maak je meestal door -je achter het woord te zetten: haak → haakje; rups → rupsje.

Hoe schrijf je verkleinwoorden?

Soms moet je andere letters toevoegen om het goed te laten klinken, zoals -pje; -tje; of -etje:

– bloem → bloempje; schuim → schuimpje

– tuin → tuintje; grasmaaier → grasmaaiertje

– wandeling → wandelingetje; behang → behangetje

Hoe schrijf je verkleinwoorden?

Als het zelfstandig naamwoord eindigt op -ng, moet je soms -g vervangen door -k:

koning → koninkje; vergoeding → vergoedinkje.

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek.

apps.noordhoff.nl

Zelfstandig werken

Je werkt in cursus 7 Spelling (online of in je boek)

$5 Verkleinwoorden

KGT: boek blz. 230

Evaluatie van de les

Heb je de lesdoelen ook behaald?

Je leert hoe je een verkleinwoord schrijft;

Heb je de lesdoelen behaald?

1. Ja, ik heb alle doelen behaald.
2. Nee, ik heb nog niet alle lesdoelen behaald.
3. Nee, ik heb geen enkel lesdoel behaald.