Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
Slide 1 - Diapositive
Zürich
Slide 2 - Diapositive
Der Unterrichtplan
- Rückblick " Zürich"
- Aufg. 1, 2 und 5 kontrollieren.
- uitleg het voltooid deelwoord van zwakke en sterke werkwoorden
(voltooid tegenwoordige tijd)
- Lektion 1: Grammatik Aufg. 7 bis einschl. 10 machen.
- Evaluation.
Slide 3 - Diapositive
Lernziel:
- Je kunt het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden benoemen
- Je kunt de voltooid tegenwoordige tijd gebruiken van zowel sterke als zwakke werkwoorden.
Slide 4 - Diapositive
Hausaufgaben: Lektion1 Aufg. 1, 2 und 5 kontrollieren
timer
10:00
Slide 5 - Diapositive
Het voltooid deelwoord
Slide 6 - Diapositive
schwaches
starkes
oder
Slide 7 - Diapositive
Hhmm....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord?
Slide 8 - Diapositive
Kijk naar de onderstaande zinnen
Ik heb brood gegeten.
Piet heeft een vuurtje gestookt.
Saskia heeft de fiets gemaakt.
Jan is naar Enschede gegaan.
Slide 9 - Diapositive
Ahhh ik weet het al......
Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je vertelt iets in de verleden tijd.
Slide 10 - Diapositive
Hoe maak je een voltooid deelwoord in het Duits?
Slide 11 - Diapositive
zwakke werkwoorden Duits
(dus waarvan de klinker niet verandert in de verleden tijd)
Slide 12 - Diapositive
Zwakke werkwoorden
vdw -> ge + stam + t + (vorm van haben, sein)
gewohnt
gespielt
eindigt altijd op -t
Slide 13 - Diapositive
Ich habe gewohnt
Er hat gespielt
Slide 14 - Diapositive
werkwoorden met stam op -d/-t
vdw is: ge-stam-et
bijv. warten vdw: gewartet melden vdw: gemeldet
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
werkwoorden op -ieren
bijv: studieren
gratulieren
krijgen alleen een -t achter de stam,
dus: stam + t
vdw: gratuliert
Slide 17 - Diapositive
sterke werkwoorden Duits
Slide 18 - Diapositive
Sterke werkwoorden
Klinkerwisseling in de verleden tijd
Nederlands sterk > Duits meestal ook sterk
voltooid deelwoord begint met: ge+ .....?.... + en
Het VDW moet je leren --> Zoek deze op in je boek
Bijv. geschwommen, gekommen, gelaufen
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind
Slide 21 - Diapositive
werkwoord haben
ich habe
du hast
er/sie/es hat
wir haben
ihr habt
sie/Sie haben
werkwoord sein
ich bin
du bist
er/sie/es ist
wir sind
ihr seid
sie/Sie sind
Lees nu nog aanvullend het stukje over scheidbare en niet scheidbare werkwoorden bij Grammatica A blz. 105
Bij scheidbare werkwoorden valt het accent op het scheidbare partikel: aannemen, bijklussen, nadenken, instappen, uitstappen, vrijkomen, vrijlaten, vrijhouden, vrijspreken, nadenken. Bij onscheidbare werkwoorden valt het accent op het werkwoordelijk deel: aanvaarden, achtervolgen, achterhalen, overtuigen, overwinnen.
Slide 22 - Diapositive
Macht jetzt selbstständig: Lektion1 Aufg. 7 bis einschl. 10 machen