V2 - Clase 11 periodo 1

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2 - Clase 11 periodo 1

¿Cómo estás?

😒🙁😐🙂😃

Na deze les....

- Heb ik herhaald hoe ik vragen beantwoord om mezelf voor te stellen. 

- Ken ik de kleuren in het Spaans (nog beter) en kan ik zeggen welke kleur verschillende voorwerpen hebben en wat mijn lievelingskleur is. 

- Ken ik de dagen van de week (nog beter)

- Ken ik de getallen van 20 t/m 100 

Wat is een antwoord op de vraag die je hoort?

1. Soy de Madrid
2. No, gracias
3. Me llamo Juan
4. De nada

Dit betekent hetzelfde als

1. Hola soy hermano
2. Hola ¿cómo estás?
3. Hola de nada
4. Hola ¿de dónde eres?

Wat is de vertaling van wat je hoort?

1. Heel goed, en met jou?
2. Gaat wel
3. Hoe oud ben je?
4. 20 jaar

Op welke vraag is dit een antwoord?

1. ¿Cómo estás?
2. ¿De dónde eres?
3. ¿Eres española?
4. ¿Tienes hermanos?

Wat is een logische reactie op wat je hoort?

1. Vivo en Elst.
2. De nada, gracias
3. No, y ¿de dónde eres tu?
4. Muy bien ¿ y tú?

Wat zeg je niet als je afscheid neemt?

1. Hasta luego
2. Hasta la vista
3. Buenos días
4. Adiós

Los deberes...¿qué tal? 

1) Voordat ik je de antwoorden laat zien, ga je je antwoorden vergelijken met je buddy

2) Hebben jullie dezelfde antwoorden? Zijn er verschillen? Bespreek deze met elkaar. 

Nu gaan we kijken!! :-)

TB Blz. 15 oef 7

1. La silla es azul. 

2. La ventana es verde. 

3. El sol es amarillo. 

4. La pizarra es negra. 

5. La cartera es marrón.

6. la pantera es rosa.

7. el bolígrafo es naranja 

Hoe veel had je goed?

Checkpoint: los colores

azul

rosa

marrón

blanco

negro

rojo

verde

naranja

violeta

amarillo

¿De qué color es la vaca?

1. Blanco y marrón
2. Blanco y verde
3. Blanco y azul
4. Blanco y negro

¿De qué color es el sol

1. rojo
2. amarillo
3. blanco
4. lila

De qué color es el caballo?

1. marrón
2. verde
3. blanco
4. negro

¿Qué color ves?

1. azul
2. verde
3. amarillo
4. negro

De qué color es el pájaro

1. Lila
2. Azul
3. Verde
4. Rojo

Un poquito más difícil...

Ietjes moeilijker

¿Qué color tiene
el oso polar?

¿Qué colores tiene
la mariquita?

(2 kleuren)

Los colores de la bandera holandesa son:

Los colores de la bandera venezolana son:

Los colores de la bandera argentina son:

Los colores de lan bandera mexicana son:

¿Qué color tiene
la rana?

¿Qué color tiene
el elefante?

¿Qué color tiene
el oso?

¿Qué color tiene
el cerdo?

¿Cuál es tu color favorito?

Checkpoint: Los días de la semana

¿Has estudiado los días en Quizlet? 

los  días  de  la  semana

             de   dagen  van  de     week

Leerdoel 3: Los días de la semana

dias de la semana

Los días de la semana

lunes	maandag
martes	dinsdag
miércoles	woensdag
jueves	donderdag
viernes	vrijdag
sábado	zaterdag
domingo	zondag

Leerdoel 3: Los días de la semana

Leerdoel 2: Los días de la semana

maandag

woensdag

dinsdag

vrijdag

zaterdag

donderdag

zondag

Lunes

Miércoles

Martes

Jueves

Sábado

Viernes

Domingo

¿Qúe día es hoy?

Laatste leerdoel voor vandaag...

Los números del 20 al 100

Maar eerst.....

Ken je de getallen van 1 t/m 20 nog?

Los números

10 diez

20 veinte

30 treinta

40 cuarenta

50 cincuenta

60 sesenta <<<

70 setenta  <<<

80 ochenta

90 noventa

100 cien

Regels bij de getallen

1. Ken de eerste 20 getallen uit je hoofd!
2. Ken de ronde getallen 10, 20, 30 etc.
3. Tussen 16 -29 : aan elkaar schrijven met i 
4. >> diecinueve, veinticinco
5. Tussen 31 -99 : los geschreven met een y
6.  >> treinta y cinco, noventa y tres

BINGO

Klik HIER voor de bingokaart

5 op een rij 

- Van onder naar boven OF

- Van links naar rechts

Leerdoelen....¿qué tal? 

- Kan ik mezelf nog beter voorstellen. 

- Ken ik de kleuren in het Spaans (nog beter) en kan ik zeggen welke kleur verschillende voorwerpen hebben en wat mijn lievelingskleur is. 

- Ken ik de dagen van de week (nog beter)

- Ken ik de getallen van 20 t/m 100 

¡Hasta mañana!