HUISWERK §2 Inzoomen op Calgary

• aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Huiswerk START §2 Inzoomen op Calgary

Lees de start uit je lesboek en noteer de drie verschillen tussen
Canada en Nederland.

Wat hoort bij een stadscentrum?

laagbouw

hoogbouw

dicht op elkaar

ruim opgezet

huizen

kantoren, hotels, winkels

rechte straten

slingerende straten

weinig groen

veel groen

Bekijk figuur 5 uit je lesboek. In welk deel van Galgory staat het huis van Desiree?

1. In het westen
2. Vlakbij het stadscentrum
3. In het noordoosten
4. In het zuiden

Bekijk figuur 5 in je lesboek.
Hoeveel km in het echt is 1 cm op de kaart?

1. 35 kilometer
2. 3,5 kilometer
3. 350 kilometer
4. 0,35 kilometer

Bekijk figuur 5 uit je lesboek.
Reken uit hoeveel kilometer Calgary van noord naar zuid is.

Wat heeft het blauw omlijnde rechthoekje in figuur 5 te maken met figuur 6?

lokaal

regionaal

nationaal

continentaal

mondiaal

Als je eerst figuur 5 en daarna figuur 6 bekijkt, dan ben je aan het....

1. inzoomen
2. uitzoomen

Welk schaalniveau heeft figuur 1 op pagina 8 uit je lesboek?

1. Continentaal
2. Lokaal
3. Regionaal
4. Nationaal

Welk schaalniveau heeft figuur 6 op pagina 10 uit je lesboek?

1. Mondiaal
2. Lokaal
3. Regionaal
4. Nationaal

Welk schaalniveau heeft bron 3 op pagina 12 uit je lesboek?

1. Mondiaal
2. Continentaal
3. Regionaal
4. Nationaal

Welk schaalniveau heeft figuur 11 op pagina 15 uit je lesboek?

1. Mondiaal
2. Continentaal
3. Regionaal
4. Nationaal

Tussen welke straten en avenues ligt het Glenbow Museum? Bekijk figuur 6 op bladzijde 10.

Wat zijn de kenmerken van de wijk als je kijkt naar figuur 9 op pagina 11?

Waar zou jij liever willen wonen: in het stadscentrum of in een buitenwijk? Waarom?

Sleep de woorden naar de juiste plek

Bij                                         ga je van een groot gebied naar een kleiner gebied.

Bij                                         ga je van een klein gebied naar een groter gebied.

Uitzoomen

Inzoomen

⏎

Aardrijkskunde-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.

1

2

3

4

5

6

Zoek de 4 verschillen. Sleep de rondjes naar de verschillen in de afbeelding rechts.

Bevolkingsdichtheid = aantal  [………………………] per km². Kaart met één onderwerp = [………………………] kaart. Het zuiden van Canada is [………………………]bevolkt. Het noorden van Canada is [………………………]bevolkt. De [………………………]is ongelijk. Het noorden van Canada is te [………………………] om er te wonen.

Kies de juiste woorden en sleep ze naar de juiste plek in de tekst

Dicht

Inwoners

Bevolkingsspreiding

Dun

Thematische

Koud