Les 4

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Les 4

Frans 

Programme

• Presentie
• Lesdoelen
• Huiswerkcontrole: opdracht instructies
• Herhalen: cijfers
• Écouter: au supermarché du camping
• Au travail
• Afsluiting
• Devoirs

Presentie

Lesdoelen

Na de les...

...kun je een gesprek tussen twee jongeren op vakantie in grote lijnen begrijpen.

...kun je woorden opnoemen die te maken hebben met kennismaken.

...weet je hoe je je kunt oriënteren op een luistertekst. 

Huiswerkcontrole 

De opdracht instructies. 

We gaan straks met elkaar de opdracht instructies bekijken. Vul in het vakje de juiste Nederlandse vertaling in van de instructie.

Bonne chance!

Un jeu: het cijferspel

On va jouer un jeu:

- Ga naast je stoel staan met je ogen dicht.

- Concentreer je goed. Jullie tellen met de hele klas tot 10 en daarna tot 20.

- Iemand noemt een cijfer, maar je weet niet van te voren wie.

- Noem vervolgens om de beurt een cijfer t/m 10 in de juiste volgorde. 

- Wanneer meerdere leerlingen tegelijkertijd het nummer noemen. begin 

   je als klas weer opnieuw. 

- Probeer zo snel mogelijk tot 10 te komen en daarna tot 20.

Écouter: au supermarché du camping.

In de camping super!

Wie is er wel eens in een camping supermarkt geweest?

Wat vind je zoal in een dergelijke supermarkt? 

Wat heb jij er wel eens besteld?

Vocabulaire A

Soms lijken Franse woorden heel erg op Nederlandse woorden. 

Kijk mee op p.52 in het boek.

Arceer in GEEL welke woorden jij op het Nederlands vindt lijken.

Zijn er andere woorden die je misschien al kent?

Au supermarché du camping

Laten we eens naar de titel kijken:

- Welke woorden herken je?

Kijk nu eens naar de plaatjes:

- Wat kun je allemaal uit dit plaatje ontdekken?

- Noem 3 dingen.

Maintenant, c'est à vous:

Lees 5a en maak 5b. 

We gaan nu luisteren. Luister mee met 5c en d.

Maak vervolgens zelf ex. 6a, b + ex. 7a

Afsluiting

Ik kan in 1 zin samenvatten  waar het fragment over ging.

De volgende 2 woorden ken ik omtrent 'kennismaken'. 

Devoirs

Leren p. 6 écrire t/m vrai ou faux?

Maken 6 en 7a.