H5 Het strafrecht KB

H5 Het strafrecht
5.1 uitgangspunten van het strafrecht
Wat gaan we doen?
Examenvragen maken en daarna nakijken
Uitleg 5.1
Opdrachten maken
Afsluiting
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H5 Het strafrecht
5.1 uitgangspunten van het strafrecht
Wat gaan we doen?
Examenvragen maken en daarna nakijken
Uitleg 5.1
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de uitgangspunten van het strafrecht en het strafproces noemen, herkennen in een bron en uitleggen.
Je kunt de regels van het jeugdstrafrecht noemen en in een bron herkennen.

Slide 2 - Diapositive

Uitgangspunten van het strafrecht

  • Je kunt alleen gestraft worden voor iets wat volgens de wet strafbaar is.
  • De wet bepaalt welke straf maximaal gegeven mag worden.
  • Iedereen is onschuldig totdat zijn schuld door de rechter is bewezen. Bij gebrek aan bewijs volgt vrijspraak.
  • Er wordt rekening gehouden met de achtergronden en persoonlijke eigenschappen van de dader. Soms krijgen mensen geen straf omdat ze ontoerekeningsvatbaar zijn. Dit betekent dat iemand niet weet wat hij doet. De dader krijgt dan wel een maatregel: TBS.
  • Er wordt rekening gehouden met de situatie waarin het delict plaatsvond. Als er sprake is van overmacht of  noodweer  is het gedrag niet strafbaar.
  • Voor jongeren geldt het jeugdstrafrecht.

Slide 3 - Diapositive

Jeugdstrafrecht
Het jeugdstrafrecht is er voor jongeren van 12 tot 18 jaar. Jongeren onder de 12 jaar kunnen niet vervolgd worden.
De jongeren staan voor de kinderrechter; de rechtszaak is NIET openbaar.
De maximale straffen voor jongeren zijn een stuk lager dan die voor volwassenen. 
Een taakstraf kan voor jongeren ook bestaan uit een leerstraf. Bij een leerstraf volgt de jongere een verplichte cursus of training.
16 en 17 jarigen kunnen ook volgens het volwassenrecht worden berecht.
Voor sommige jongeren tussen de 18 en 23 wordt ook het jeugdstrafrecht toegepast, bijvoorbeeld door hun persoonlijkheid of omstandigheden (zwakbegaafd).

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

PIJ-maatregel
Een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis kan een PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen)  krijgen. Een PIJ-maatregel wordt ook wel jeugd-tbs genoemd. In de jeugdinrichting krijgt de jongere behandeling en begeleiding om herhaling van een misdrijf te voorkomen. 
De PIJ-maatregel kan worden omgezet in tbs voor volwassenen.

Slide 8 - Diapositive

Halt
Jongeren van 12 tot 18 die een licht strafbaar vergrijp plegen, kunnen door politie of leerplichtambtenaren naar Halt worden doorverwezen voor een passende Halt-straf.
De jongere krijgt dan een leer- en/of werkopdracht en er volgen gesprekken met de jongere en de ouders. De jongere moet excuses aanbieden aan eventuele slachtoffers en de eventuele schade vergoeden. Op deze manier krijgen jongeren inzicht in hun eigen gedrag.

Slide 9 - Diapositive

Afsluiting
Wat weet je nog?

Slide 10 - Diapositive

Welke jongeren vallen onder jeugdstrafrecht? Jongeren in de leeftijd van ...
A
12 tot 16
B
12 tot en met 18
C
10 tot en met 17
D
12 tot 18

Slide 11 - Quiz

Welk aspect van jeugdstrafrecht hoort bij een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis?
Welk aspect van jeugdstrafrecht hoort bij een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis?
A
Pij-maatregel
B
HALT
C
Geen strafrechtelijke vervolging
D
Leerstraf

Slide 12 - Quiz

5.2 de rechten van de verdachte
Wat gaan we doen?
Terugblik vorige les
Uitleg
Aan de slag in het werkboek
Afsluiting

Slide 13 - Diapositive

Wat weet je nog van de vorige les?
Zijn de uitspraken op de volgende slide waar of niet waar?

Slide 14 - Diapositive

Waar
Niet
waar
Een 10-jarige krijgt een lagere straf dan een volwassene.
In sommige gevallen kan een 16-jarige berecht worden als een volwassene
Bij zaken tegen minderjarigen mogen er maximaal 15 mensen aanwezig zijn

Slide 15 - Question de remorquage

Rechten verdachten
Iemand is verdachte als uit de omstandigheden of feiten blijkt dat er een redelijk vermoeden van schuld aan een strafbaar feit bestaat. Een verdachte heeft de volgende rechten.
  1. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  2. Recht op advocaat, ook als je die niet zelf kunt betalen.
  3. Recht om te zwijgen
  4. Beperkte tijd vast houden, hoe lang dat is staat precies in de wet.
  5. Recht om in hoger beroep te gaan
  6. Recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter
Je moet wel meewerken aan het vaststellen van je identiteit en eventueel vingerafdrukken en dna afstaan.

Slide 16 - Diapositive

Zwijgrecht
Een filmpje over het zwijgrecht.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Aan de slag!

Kader: H5 vraag 10, 11, 12, 13, en 15
Basis: H5 vraag 6, 7, 8 en de begrippen

Slide 19 - Diapositive

De rechten van verdachten zijn vastgelegd in de wet. Welk recht is niet in de wet opgenomen?

Een verdachte heeft recht
A
om te weten waar hij van verdacht wordt.
B
om te zwijgen.
C
om zelf een officier van justitie te kiezen.
D
op een advocaat.

Slide 20 - Quiz