Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Kapitel 11 - Ontwerp Oefentoets
Oefentoets Kapitel 11
In dieser Prüfung wirst du Teile von Landeskunde, Schreibecke, Plauderecke, Grammatik und Wörter üben
1 / 41
suivant
Slide 1:
Diapositive
Duits
Middelbare school
Cette leçon contient
41 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Oefentoets Kapitel 11
In dieser Prüfung wirst du Teile von Landeskunde, Schreibecke, Plauderecke, Grammatik und Wörter üben
Slide 1 - Diapositive
Hals- und Beinbruch bedeutet
timer
0:30
A
Gute Besserung!
B
Auf Wiedersehen!
C
Ich wünsche dir Unglück!
D
Viel Glück und Erfolg!
Slide 2 - Quiz
Aspirin
Binz
Apotheke
Rennie
Diabetes
Slide 3 - Question de remorquage
Hij rijdt (fahren)
A
er fahrt
B
er fährt
Slide 4 - Quiz
Wij rijden (fahren)
A
wir fahren
B
wir fähren
Slide 5 - Quiz
Mijn moeder geeft (geben)
A
Meine Mutter gebt
B
Meine Mutter gibt
Slide 6 - Quiz
(essen) Was ............ du am liebsten?
Slide 7 - Question ouverte
(helfen) Mein Vater ............ mir immer bei den Hausaufgaben.
Slide 8 - Question ouverte
(lesen) Was ..... du am liebsten?
Slide 9 - Question ouverte
(fahren) Ich ............ nach München.
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal in het Duits
Alle zinnen komen uit Plauderecke A
Slide 11 - Diapositive
Hoe lang hoest je al?
timer
0:45
Slide 12 - Question ouverte
Sinds wanneer ben je weer beter?
timer
0:45
Slide 13 - Question ouverte
Ik heb kiespijn.
timer
0:45
Slide 14 - Question ouverte
Wat is er met je aan de hand?
timer
0:45
Slide 15 - Question ouverte
Waar doet het pijn?
timer
0:45
Slide 16 - Question ouverte
Ich muss mich übergeben.
Warum gehst du nicht zum Arzt?
Ich habe mich gestern erkältet.
Seit heute morgen.
Löse die Tabletten in Wasser auf.
Was fehlt dir?
Ich habe Halsschmerzen.
Wie lange hustest du schon?
Seit wann bist du wieder gesund?
Wie soll ich dieses Arzneimittel einnehmen?
Slide 17 - Question de remorquage
ademhalen
naakt
de hersenen
der Hals
der Körper
der Muskel
der Nerv
die Stirn
der Rücken
de maag
der Knochen
atmen
nackt
das Gehirn
de keel
het lichaam
de spier
de zenuw
de voorhoofd
de rug
der Magen
het bot
Slide 18 - Question de remorquage
Grammatik
A
Wir nehmen beide die Nudeln zum Fleisch.
B
Wie nehme beide die Nudeln zum Fleisch
C
Wir nehmt beide die Nudeln zum Fleisch.
D
Wir nehmst beide die Nudeln zum Fleisch.
Slide 19 - Quiz
Der Arzt (geben)..............Meike eine Spritze.
A
gebt
B
gibst
C
gibt
Slide 20 - Quiz
Wo (treffen)....................ihr euch?
A
treffen
B
trifft
C
trefft
Slide 21 - Quiz
Wir (fahren) ..........morgen nach Deutschland.
Slide 22 - Question ouverte
(schlafen) Bis wann ........... du?
Slide 23 - Question ouverte
(helfen) ............ du mir dabei?
Slide 24 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Welche Zeitung (lesen) dein Vater jeden Morgen?"
Slide 25 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Ja, ich (sehen) den Mann, aber ich kenne ihn nicht."
Slide 26 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Der neue Schüler (sprechen) sehr leise."
Slide 27 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Marcus (vergessen) oft seine Bücher in der Deutschstunde."
Slide 28 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Der Ober (stoßen) versehentlich die Gläser um."
Slide 29 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"Anna und Robert (laufen) eine Runde durch den Park."
Slide 30 - Question ouverte
Schrijf de zin op met de juiste vorm van het werkwoord.
"(Halten) du meine Tasche mal fest, bitte?"
Slide 31 - Question ouverte
Wähle die richtige Antwort.
"Rauchen ist schlecht für..."
A
die Verletzung.
B
die Krankheit.
C
die Gesundheit.
D
die Augen.
Slide 32 - Quiz
Wähle die richtige Antwort.
"Diese Tabletten soll man in Wasser..."
A
auflösen.
B
schmelzen.
C
zersetzen.
D
werfen.
Slide 33 - Quiz
Wähle die richtige Antwort.
"Putzt du zwei mal am Tag deine..."
A
Muskeln?
B
Nerven?
C
Stimme?
D
Zähne?
Slide 34 - Quiz
Wähle die richtige Antwort.
"Wenn ich erkältet bin, kann ich schwer..."
A
atmen.
B
schneiden.
C
wirken.
D
sterben.
Slide 35 - Quiz
Wähle die richtige Antwort.
"...ist der wichtigste Muskel im ...."
timer
0:45
A
Auge/Fuß
B
Herz/Körper
C
Zunge/Mund
D
Gehirn/ Finger
Slide 36 - Quiz
Schreibecke
Vul de zinsdelen in het duits in
Slide 37 - Diapositive
Ich bin schon drei Tage zu Hause, denn (ik ben hartstikke verkouden)
Slide 38 - Question ouverte
Ich wollte zur Schule, aber (vanwege de keelpijn kan ik niet praten).
Slide 39 - Question ouverte
(Alleen thuis rondhangen is behoorlijk saai).
Slide 40 - Question ouverte
Leider kann ich morgen nicht kommen, (ik voel me beroerd).
Slide 41 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Kasussystem - Wiederholung
Mai 2021
- Leçon avec
33 diapositives
Duits
Hoger onderwijs
3h3 - 005 - den 28. Mai PW
Mai 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Wiederholung Semester 1 CM
Février 2021
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Hoger onderwijs
Na Klar 3KGT-Kapitel 1-haben-sein-regelmatige ww-woordjes
Octobre 2023
- Leçon avec
51 diapositives
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
HV2 Zwakke en Sterke ww
Novembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
VWO 4 Kapitel 1 Herhaling grammatica Lektion 1, 2, 3
Septembre 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2hv - Les 8 P1 - Modale ww
Novembre 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Wiederholung trede 1 en 2
Janvier 2023
- Leçon avec
46 diapositives
Duits
Hoger onderwijs