Pluriformiteit in Nederland VWO

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

Portfolio

• Afspraak maken voor inzage --> mailen
• Cijfers voor beide deelopdrachten?

Nieuwe periode: pluriforme samenleving 

Pluriforme samenleving 

Wat is een pluriforme samenleving?

Lesdoelen

1) Je kunt beschrijven wanneer er sprake is van een pluriforme samenleving

2) Je weet andere verschillen te benoemen dan alleen etnische pluriformiteit

3) Je kunt voorbeelden noemen hoe zich dat uit in verschillende levensstijlen

Wat betekent pluriform?

1. Hetzelfde
2. Uniform
3. Veelvormig
4. Verschillend

Pluriform = veelvormig

Pluriforme samenleving?

Wat zou een pluriforme samenleving zijn? Een samenleving met...

1. Veel etnische groepen
2. Een grote culturele diversiteit
3. Evenveel "allochtonen" als "autochtonen"
4. Veel verschillende culturen

Culturele diversiteit

=

Veel verschillende culturen

Waar denk jij aan als je denkt aan
een "pluriforme samenleving"?

Wat is volgens jou positief en minder positief aan een pluriforme samenleving?

Welk positief/minder positief aspect had je zelf niet bedacht, maar vind je wel passend?

Culturele diversiteit

• Dominante cultuur 
• Subculturen 

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels

Dominante cultuur

Alle waarden, normen en gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels

Subcultuur

Binnen een groep wijken sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken af van de dominante cultuur

Te maken met onder andere normen, waarden, leefregels

Dominante cultuur of subcultuur?

1. Dominante cultuur
2. Subcultuur

Dominante cultuur of subcultuur?

1. Dominante cultuur
2. Subcultuur

Dominante cultuur of subcultuur?

1. Dominant
2. Sub-cultuur

Dominante cultuur of subcultuur?

1. Dominant
2. Sub-cultuur

Cultuurverschillen

1. Tussen stad en platteland
2.  Tussen jong en oud
3. Tussen maatschappelijke posities
4. Tussen mannen en vrouwen
5. Tussen verschillende etniciteiten 
6. Tussen godsdiensten/tussen godsdienstig en niet godsdienstig

Opdracht

1) In een groepje van 4/5 krijgen jullie 1 van de domeinen

2) Benoem 2 voorbeelden van cultuurverschillen binnen dit domein

Wat zijn twee voorbeelden van een cultureel verschil binnen jullie domein?

Voorbeelden

Etniciteit: het Zwarte Piet-debat laat zien dat er soms spanningen bestaan tussen Nederlanders met en zonder migratieachtergrond.

Mannen en vrouwen: er is bijvoorbeeld discussie over de rol van de man en van de vrouw bij de opvoeding van de kinderen of over de genderneutrale kleding voor jongens en meisjes.  

Voorbeelden

Stad en platteland: mensen die op het platteland wonen voelen zich soms niet vertegenwoordigd door politici uit de steden, omdat zij in een hele andere wereld lijken te leven.

Jong en oud: Verschillende generaties botsen soms als het gaat om taalgebruik, omgang met elkaar, muziekkeuze of kledingkeuze.

Voorbeelden

Godsdienst: in Nederland zijn er meerdere religies. Dat lokt discussies uit in hoeverre culturele gewoontes als ritueel slachten wel en niet bij de Nederlandse samenleving horen.

  

Maatschappelijke positie: kinderen uit gezinnen met veel geld kunnen bijvoorbeeld op wintersport. Andere gezinnen kunnen dat niet betalen. Er ontstaat discussie over eerlijkheid.

Waar voel jij je meer tot aangetrokken, de stad of het platteland

Beide

De stad

Het platteland

Beide niet

Waarom voelen leerlingen zich meer aangetrokken tot het één?

Wat zien de leerlingen als groot verschil --> sociale cohesie

Ben je het vaak met je ouders eens?

Nooit

Soms

Vaak

Altijd

Generatieconflict 

Pluriforme samenleving

Een land waarin mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleven (met een zekere mate van verdraagzaamheid)

Kenmerken 

1. Sociale klassen

2. Godsdiensten

3. Levensstijlen  

Een pluriforme samenleving bestaat uit verschillende kenmerken

Sociale klassen/maatschappelijke positie --> SES

Wat zien we hier?

Mensen met hogere SES hogere levensverwachting; andere levensstijl; ander gedrag

Godsdiensten 

Welk geloof hangen de meeste Nederlanders aan?

1. Rooms Katholiek
2. Protestant
3. Islam
4. Geen

Ontkerkelijking

Levensstijlen

Veel verschillen 

Lesdoelen

1) Je kunt beschrijven wanneer er sprake is van een pluriforme samenleving

2) Je weet andere verschillen te benoemen dan alleen etnische pluriformiteit

3) Je kunt voorbeelden noemen hoe zich dat uit in verschillende levensstijlen

Dealen met je dialect

1) Welke voordelen worden genoemd?

2) Welke nadelen worden genoemd?

3) Passend bij pluriforme samenleving?

Welke voordelen worden genoemd van het spreken van een dialect?

Welke nadelen worden genoemd van het spreken van een dialect?

Wat in het fragment verteld wordt, past dit bij de pluriforme samenleving?

Ja

Nee

Een beetje

Waarom hebben leerlingen ja of nee geantwoord?