Reinaert H1tm4

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Koning Nobel houdt hofdag
Pancer de bever heeft klacht namens Cuwaert de Haas: Reinaert heeft Cuwaert mishandeld.

Cantecleer de haan brengt lijk dochter Coppe mee.
Isengrijn de wolf heeft een klacht: Reinaert heeft vrouw (Hersint) verkracht, kinderen bepist (2 blind).

Grimbeert de das,  neef van Reinaert, verdedigt Reinaert.
Courtois het hondje klaagt erover dat Reinaert een worst heeft gestolen. Tibeert de kater is het hier niet mee eens.

Bruun de beer gaat als eerst Reinaert dagvaarden.

1 / 34
suivant
Slide 1: Question de remorquage
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Koning Nobel houdt hofdag
Pancer de bever heeft klacht namens Cuwaert de Haas: Reinaert heeft Cuwaert mishandeld.

Cantecleer de haan brengt lijk dochter Coppe mee.
Isengrijn de wolf heeft een klacht: Reinaert heeft vrouw (Hersint) verkracht, kinderen bepist (2 blind).

Grimbeert de das,  neef van Reinaert, verdedigt Reinaert.
Courtois het hondje klaagt erover dat Reinaert een worst heeft gestolen. Tibeert de kater is het hier niet mee eens.

Bruun de beer gaat als eerst Reinaert dagvaarden.

Slide 1 - Question de remorquage

1. Welke topoi uit de klassieke retorica vind je terug in de proloog en hoe heeft Willem ze toegepast?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 2 - Question ouverte

2. Op welke twee manieren kan 'die gerne plegen der eren' opgevat worden?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 3 - Question ouverte

2. 'Want hi hem binnen 's konings vrede ende binnen des konings gelede gelovede te leerne zijnen crede, ende soude 'm maken kapelaan'
WAT IS HET CREDO EN WAT HOUDT DE FUNCTIE VAN KAPELAAN IN?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 4 - Question ouverte

3. [...] Op grond van wiens klacht wordt uiteindelijk tot vervolging van de vos besloten?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 5 - Question ouverte

4. Welke twee redenen had Cantecleer om zijn angst voor Reinaert te laten varen?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 6 - Question ouverte

5. Wat zijn de verschillen tussen het vete-recht en het procesrecht?
(docent noemt wie deze vraag moeten beantwoorden)

Slide 7 - Question ouverte

Vraag 6 - ontstaansgeschiedenis Reinaert
Het verhaal uit de 13e eeuw zou geschreven moeten zijn door ene Willem, wat wordt verteld in de proloog. Hij zegt in de proloog dat hij een boek heeft geschreven genaamd Madoc. De oorsprong van het verhaal is niet geheel te herleiden. Willem schreef het verhaal rond 1260, ontleende het hoogst waarschijnlijk aan de Roman de Renart en bewerkte dat. Het dedicatie-exemplaar schreef hij op perkament en bood hij mogelijk aan aan een adellijke dame; dit zou Aleide van Avesnes kunnen zijn. Het oorspronkelijke handschrift is verloren gegaan; wij kennen de tekst uit het Comburgse (ca. 1400) en het Dyckse handschrift (ca. 1375).

Slide 8 - Diapositive

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Gebeurtenis H
Gebeurtenis I
Gebeurtenis J
Schuivend en rollend komt Bruun op het hof aan, waar hij zijn beklag doet. 
Bruun duikt met kop en voorpoten in de eik met honing bij Lamfroit en komt vast te zitten.

Bruun rukt zichzelf los. Het vel scheurt wangen en hij mist een oor. Ook zijn klauwen en het vel van zijn voorpoten zijn weg.

Bruun wordt ernstig mishandeld door de dorpelingen en Lamfroit.

Bruun heeft Reinaert officieel gedagvaard.

Bruun komt samen met vijf vrouwen in de rivier terecht. O.a. de vrouw van de pastoor.

Reinaert bedenkt plan om vraatzuchtige Bruun in de val te lokken.

R vlucht als Lamfroit eraan komt en hulp gaat halen om Bruun te straffen voor het stelen van de honing.

Tibeert de kater wordt gestuurd om R voor de tweede keer te dagvaarden.

R denkt dat Bruun dood is en niemand weet dat hij is gedaagd en wat hij Bruun heeft aangedaan.

Slide 9 - Question de remorquage

7. De middeleeuwse luiteraar wist bij vs. 515 al dat het met Bruun verkeerd zou aflopen. (Maupertuus = slecht hol). Nog drie aanwijzingen?

Slide 10 - Question ouverte

11. De geestelijkheid krijgt er flink van langs in VdVR. Noteer de drie fouten van de pastoor

Slide 11 - Question ouverte

12. Hoe moet je de aankomst van baron Bruun aan het hof beoodelen? Wat wil Willem hiermee laten zien?

Slide 12 - Question ouverte

13. Hoe keek de middeleeuwse mens naar de dierenwereld?

Slide 13 - Question ouverte

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Gebeurtenis H
Gebeurtenis I
Grimbeert (das) biedt aan de derde daging te doen.

Reinaert vertelt over een lekker maal: vette muizen in de schuur van de pastoor. 

Hele pastoorsgezin wordt wakker door gegil Tibeert 

Tibeert wordt geslagen door pastoor die naakt uit bed gestapt is.
 

Tibeert dagvaart Reinaert officieel voor de tweede keer

Tibeert verweert zich en bijt het klokkenspel van de pastoor af.
 

Reinaert vraagt Tibeert te blijven eten  

Tibeert trapt in de val die voor R bedoeld was (gemaakt door zoon pastoor, omdat R al eens ingebroken had). 
  

In alle commotie kan Tibeert ontsnappen en meldt zich aan het hof.

Slide 14 - Question de remorquage

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Gebeurtenis H
Gebeurtenis I
Reinaerts clanleden vertrekken.

Reinaert vraagt om straf. Grimbeert geeft hem 40 stokslagen.

Reinaert wijst Grimbeert op pluimvee in een tuin langs de weg naar het hof.

Reinaert bespringt de kippen direct en zijn biecht van zojuist is hij compleet ‘vergeten’. 
  

Reinaert stemt in om mee te gaan naar het hof. Hij wil wel eerst biechten bij Grimbeert (bij gebrek aan een pastoor in de buurt).

Reinaert komt bij koning Nobel aan.

Reinaert bekent zijn misdaden tegenover Bruun en Tibeert, Cantecleer en de koning en tot slot Isengrijn.

Na de biecht gaan Reinaert en Grimbeert  naar het hof.

Reinaert wordt na de herhaling van de aanklachten officieel gevangengenomen en veroordeeld tot de galg.

Slide 15 - Question de remorquage

15. De indaging door Tibeert zal ook mislukken. Hoe wordt dat al snel duidelijk voor het publiek en Tibeert zelf?

Slide 16 - Question ouverte

16. Weer wordt de geestelijkheid belachelijk gemaakt. Wat doet de pastoor allemaal fout?

Slide 17 - Question ouverte

17. Bedenk twee redenen waarom Reinaert Grimbeert de das niet op dezelfde manier te grazen neemt als hij Bruun en Tibeert heeft gedaan.

Slide 18 - Question ouverte

18. Wat is er dubbelzinnig/ironisch aan het begin van Reinaerts biecht 'Confiteor pater, mater...'?

Slide 19 - Question ouverte

19. Leg uit dat de biecht van Reinaert een dubbele functie heeft in het verhaal.

Slide 20 - Question ouverte

20. Leg uit wat het onderscheid is tussen wereldlijk en kerkelijk recht. Welke straffen horen bij welk recht?

Slide 21 - Question ouverte

21. Welke vraagtekens zet Willem bij het voor die tijd nieuwe procesrecht?

Slide 22 - Question ouverte

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
R zegt dat hij een schat heeft. De nieuwsgierigheid van koning Nobel is gewekt.

R spreekt over de samenzwering om Bruun koning te maken.

R strooit zand in de ogen van Nobel door hem op een listige manier zogenaamd complimenten te geven (“wat slim om pootafdrukken weg te wissen met de staart”)

Reinaert probeert zijn tijd tot de galg te rekken: hij wil schuldbekentenis doen. 

R maakt Isengrijn zwart en gaat zelf luchtig om met wat hij hem heeft aangedaan.

Nobel vraagt of R de waarheid spreekt. (“Natuurlijk, ik wil niet met leugens de dood in.”)

Slide 23 - Question de remorquage

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
De koning en koningin beloven R niet op te hangen als hij vertelt waar de schat is.

Cuwaert bevestigt dit en zo gelooft Nobel dat de schat ook echt is.

Nobel vraagt R met hem mee te gaan naar de schat, maar R wil eerst op pelgrimstocht om zich te zuiveren van zonden.

Reinaert laat met zijn plan zien dat hij de arme stumper is en dat Isengrijn en Bruun, nota bene adviseurs van de koning de schuldigen zijn van hoe het met Reinaerts vader is afgelopen.

De koning en koningin spreken onder zes ogen met Reinaert en vragen hem waar de schat nu is.

Nobel is niet direct overtuigt en vraagt Cuwaert te bevestigen dat Kriekeput, waar de schat ligt, bestaat.

Slide 24 - Question de remorquage

22. Voer twee redenen aan waarom Reinaerts verhaal over de samenzwering tegen Nobel geloofwaardig is.

Slide 25 - Question ouverte

23. De samenzweerders willen Bruun op 'den stoel t' Aken brengen. Wiens troon wordt daarmee bedoeld?

Slide 26 - Question ouverte

24. Koning Nobel denkt dat Kriekeput een verzonnen naam is en dat hij bedrogen wordt. Reinaert laat Cuwaert de haas bevestigen dat Kriekeput bestaat. Op basis daarvan maakt Nobel een ernstige denkfout. Welke?

Slide 27 - Question ouverte

25. Hoe weet Reinaert te ontkomen aan het verzoek van Nobel om mee te gaan naar Kriekeput om de schat op te halen?

Slide 28 - Question ouverte

26. Leg uit waarom een dierenverhaal een geschikte manier is om kritiek te leveren op het publiek.

Slide 29 - Question ouverte

27. Welke stand of bevolkingsgroep zou Willem als publiek gekozen hebben om voor te schrijven?

Slide 30 - Question ouverte

Gebeurtenis A
Gebeurtenis B
Gebeurtenis C
Gebeurtenis D
Gebeurtenis E
Gebeurtenis F
Gebeurtenis G
Gebeurtenis H
Gebeurtenis I
Gebeurtenis J
Isengrijn en Bruun worden vrijgelaten en mogen Belijn de ram + familie te grazen nemen.
Cuwaert en Belijn doen hem uitgeleide en ze gaan nog even langs Reinaerts huis om gedag te zeggen. Daar wordt Cuwaert te grazen genomen.

Belijn doet alsof hij de brieven zelf geschreven heeft, omdat hij een compliment van de koning wil krijgen (zelfgewin).

Botsaert (klerk van de koning) krijgt de pelgrimstas om de brieven te lezen.
  

Reinaert gaat op pad met pelgrimsstaf en – tas.

Nobel komt erachter dat R hem weer te slim af is geweest en dat hij de schat wel kan vergeten.

R lijkt emotioneel te zijn onder alle zonden die hij begaan heeft, maar niets is minder waar.

Belijn wordt met een ‘brief voor de koning’ (kop van Cuwaert) in Reinaerts pelgrimstas naar de koning gestuurd
Nobel schaamt zich diep dat hij zijn hoogste vazallen Bruun en Isengrijn zo heeft vernederd door hen te straffen voor iets waaraan hij nu zelf ook ten prooi is gevallen.
Bruun en Isengrijn gaan ermee akkoord en ze sluiten vrede.

Slide 31 - Question de remorquage

28. Nobels klerken zijn Botsaert de aap en Bruneel de ezel. Wat zegt dit over de hofhouding van de koning?

Slide 32 - Question ouverte

29. Welke oplossing draagt Firapeel (het luipaard; naam: trots op zijn huid) aan om de crisis aan het hof op te lossen?

Slide 33 - Question ouverte

30. Heeft het verhaal een happy end? Motiveer je antwoord.

Slide 34 - Question ouverte