Keuzevak Uiterlijke verzorging de Beautysalon

Oefentoets uiterlijke verzorging
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets uiterlijke verzorging

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welke materialen werk jij tijdens het vak uiterlijke verzorging?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is belangrijk bij het ontvangen van klanten

Slide 3 - Question ouverte

Haarverzorging
Nagelstyliste
Voetverzorging
Bindweefsel-masseur
Massages
Therapieën
VIsagiste
Schoonheidsspecialiste

Welke massagetechnieken ken jij?

Slide 4 - Carte mentale

- Ze heeft een erkend diploma.
- Aangevuld met specialisaties.
- blijft op de hoogte d.m.v. scholingen.
- Werkt hygiënisch.
- Werkt met goede producten.
- Maakt een analyse van de huid.
- Werkt zorgvuldig en netjes.
- Zorgt voor een schone rustige omgeving.
- Is geïnteresseerd in de klant.
- Stelt vragen over eventuele aandoeningen aan de huid.
- Geeft tips voor onderhoud.
Wat hoort niet bij het vak Uiterlijke verzorging?
A
Pedicure
B
Baby verzorging
C
Schoonheidssalon
D
Kapsalon

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het beter om geen sieraden te dragen tijdens het werken in de kapsalon?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je haar schuimt tijdens het wassen dan is het schoon!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maak je een 4vaks-afdeling?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stylingsproducten zijn:
A
Gel
B
Haarlak
C
Wax
D
Masker

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verschillende haartypes zijn er?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe vaak maak je kammen en borstels schoonmaken
A
1x in de week
B
1x in de maand
C
Haren uit borstels na elke klant
D
Op het einde van je werkdag

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke soorten shampoos zijn er?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een masker verdeel je over het hele hoofd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed kunnen communiceren is belangrijk in het kappersvak?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op hoeveel graden was je de handdoeken in de kapsalon
A
30
B
40
C
60

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kapmantels doe je na het wassen in de droger
A
Ja, kapmantels kunnen in de droger
B
Nee, dat kan niet, je moet ze ophangen om te drogen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als de vloer van de kapsalon nat is?
A
De gevarendriehoek neerzetten
B
Niks

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions