Week 41, 2m, les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Planung

Rückblick

Wiederholung Grammatik

H: Lesen

Montag 7. Oktober 2024

Herzlich Willkommen!

Klassenregeln

-Respekt (sehr sehr wichtig!!!!!)

- Nicht essen (toch eten = corvee)

- Buch und Laptop immer mitbringen

- Handy im Telefonbox

-Kein Toilettenbesuch

- Keine Jacke, Kappe, Kopfhörer usw.

Klassenarbeit

Kapitel 2 Wir

Montag 14. Oktober 2b/

Donnerstag 17. Oktober 2024 2a

Lernen:

Seite 47, 54 und 64 bis zum 66

Klascode 2a

Klascode 2B

Lernziel

• Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken
• Je kent de persoonlijk voornaamwoorden

Hausaufgaben: 

Machen 34, 36 und 37

Lernen: Lernübersicht Kapitel 2

Aufgabe 36

a

1. Wer ist das?
   
2. Wie alt ist deine Schwester?
   
3. Hast du Geschwister?
   

b

1. Das ist mein Opa. Er ist sehr nett.
   
2. Meine Schwester ist 21 Jahre alt.
   
3. Ja, ich habe zwei Schwestern.
   

Aufgabe 37a

1. Kurt Becker: mein Opa
   
2. Julia Neumann: meine Oma
   
3. Milan Wolf: mein Vater
   
4. Maria Becker: meine Mutter
   
5. Max Wolf: mein Bruder
   
6. Markus Becker: mein Onkel
   
7. Lativa Awan: meine Tante
   
8. Tobias Becker: mein Cousin
   
9. Sophia Becker: meine Cousine
   
10. Jonas Becker: mein Cousin
    

Wiederholung Grammatik

We beginnen met de persoonlijk voornaamwoorden.

Wat zijn dat ook alweer?

Welke ken je nog?

Bij de volgende vraag staan ze allemaal, sleep de blauwe vakjes naar de bijpassende rode vakjes.

ich

sie (ev)

es

ihr

du

wir

er

Sie

sie (mv)

ik

hij

u

jij

het

zij (mv)

jullie

wij

zij (ev)

Open je boek Seite 43

Bekijk de rijtjes in het groene overzicht.

De volgende vragen gaan over de werkwoorden haben en sein.

Je kunt de antwoorden eventueel vinden in dat groene overzicht.

Ich ........... drei Katzen

1. habe
2. haben

Karin ................... ein neues Fahrrad.

1. hast
2. hat

................ du morgen Zeit für mich.

1. Habe
2. Hast

Es ................. am Montag viel geregnet.
(haben)

..................... du schon mal in Düsseldorf geshoppt? (haben)

Lars und Timo ............... weg!

1. sind
2. seid

.................... ihr gestern bei der Party gewesen?

1. Sind
2. Seid

Ich ................ in Berlin geboren.
(sein)

Herr Drahn, wie lange ............ Sie schon mit Frau Drahn verheiratet? (sein)

Na de pauze......

Op het bord komen een aantal afbeeldingen van personen te staan. Met hulp van de Sprachittel ga je 1 van die personen voorstellen.

Het zou één van deze kunnen zijn.......

Niet eten! Slokje drinken mag.

Je blijft in het lokaal en je blijft niet door de klas heen lopen.

Wer ist das?

H: Lesen

Aufgabe 43, Seite 60

Berühmte Eltern, berühmte Kinder?

Sieh dir den Text und die Bilder auf Seite 61 an

Aufgabe 44, Seite 60

Übersetzung wählen

Selbständig arbeiten

Machen:

Aufgabe 43 und 44 (Seite 60 und 61)

Fertig? 

Slim stampen oder Quizlet

Hausaufgaben

Machen: 

Aufgabe 43 und 44 (Seite 60)

Lernen:

Lernübersicht Kapitel 2, Seite 64, 65 und 66