havo 4 - Chapitre 5 - zinsvolgorde

PROGRAMME
  • Terugblik
  • Les buts
  • (herhaling) Zinsopbouw in het Frans
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

PROGRAMME
  • Terugblik
  • Les buts
  • (herhaling) Zinsopbouw in het Frans

Slide 1 - Diapositive

Welke leerdoelen van de vorige lessen heb jij al bereikt?
bereikt
nog niet 
bereikt
Ik kan een vraag stellen in het Frans.
Ik ken Franse woorden over sport.
Ik weet wat een informele brief is.
Ik weet wat de opbouw van een informele brief is.
Ik ken Franse woorden over mijn hobby.

Slide 2 - Question de remorquage

Les buts
  • Ik ken de zinsvolgorde in het Frans.

Slide 3 - Diapositive

Dit weet ik al over de zinsvolgorde
in het Frans:
timer
3:00

Slide 4 - Question ouverte

Zinsopbouw

Slide 5 - Diapositive

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.

Slide 6 - Diapositive

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.
Mon père va achter une nouvelle voiture.
 

Slide 7 - Diapositive

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.
Mon père va achter une nouvelle voiture.
Demain mon père va acheter une nouvelle voiture.
 

Slide 8 - Diapositive

Zinsopbouw
Mon père a une nouvelle voiture.
Mon père va achter une nouvelle voiture.
Demain mon père va acheter une nouvelle voiture.
Demain mon père va acheter une nouvelle voiture au garage.
 

Slide 9 - Diapositive

A. J'ai fait du sport avec une amie ce week-end.
B. Ce week-end, j'ai fait du sport avec une amie.
A
Zin A klopt
B
Zin B klopt
C
Beide zinnen kloppen
D
Beiden zinnen kloppen niet

Slide 10 - Quiz

J'aime faire du volley avec mes amies.
A
Correct
B
Incorrect

Slide 11 - Quiz

Tu as un choix fait pour tes études ?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 12 - Quiz

Tu aimes aussi le week-end faire du sport ?
A
Correct
B
Incorrect

Slide 13 - Quiz

A. Qu'est-ce que tu veux faire comme études ?
B. Tu veux faire quoi comme études ?
A
A is goed
B
B is goed
C
A en B zijn goed
D
A en B zijn niet goed

Slide 14 - Quiz

Zinsopbouw
Zet de zinnen in de juiste volgorde:
- [est] [préféré] [quel] [ton sport] [?]
- [par semaine] [je] [quatre fois] [m'entraîne]
- [préfère] [je] [les sports d'équipe]
- [des cours] [tu] [de guitare] [prends] [?]
- [ai] [j'] [un cours] [le mercredi]

Slide 15 - Diapositive

Zinsopbouw
Zet de zinnen in de juiste volgorde:
- Quel est ton sport préféré ?
- Je m'entraîne quatre fois par semaine.
- Je préfère les sports d'équipe.
- Tu prends des cours de guitare ? / Prends-tu des cours de guitare?
- J'ai un cours le mercredi. 

Slide 16 - Diapositive

Écrire
 
- Groet Magalie
- Vraag hoe het met haar gaat
- Vertel in één zin iets over jouw sport
- Vertel in één zin iets over jouw hobby
- Groet

Slide 17 - Diapositive

Contrôler
Ruil nu jouw brief met degene die naast jou zit.
Kijk elkaars brief na met een andere kleur pen / potlood. 

Geef elkaar punten voor elke goede zin. Je kunt in totaal 5 punten geven:
1) groet
2) vraag
3) iets over jouw sport
4) iets over jouw hobby
5) groet

Slide 18 - Diapositive