Les 11: Opbouwen (3)

PGT week 6
Verlichting - noodverlichting - pictogrammen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

PGT week 6
Verlichting - noodverlichting - pictogrammen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • je weet wat er met een routing wordt bedoeld
  • je kent de pictogrammen die met veiligheid horen
  • je weet wat een AED is
  • je weet waarom noodverlichting belangrijk is 
  • je weet welke blusmiddelen er zijn en welke brandklassen er zijn 
  • je kent alle belangrijke begrippen/pictogrammen die bij beveiliging horen

Slide 2 - Diapositive

Routing
Routing is een ander woord voor bewegwijzering of route. 
Vaak wordt de routing in een gebouw aangegeven met bordjes en pijlen. 
Zo worden bijvoorbeeld de namen van de zalen, de toiletgebouwen, de receptie en het restaurant aangegeven. 
Of de route die je moet lopen als je niets wilt missen.

Slide 3 - Diapositive

Veiligheid in openbare gebouwen
  • vluchtroutes; een route waarlangs je moet vluchten als er een noodsituatie is
  • nooduitgangen (bij brand of voor ambulance)
  • ontruimingsplan (vluchtroutes, nooduitgangen en blusmiddelen)
  • pictogrammen

vluchtroute                              vluchtroute via trappen            nooduitgang

Slide 4 - Diapositive

Noodverlichting
  • aanwezig als de stroom uitvalt
  • geeft de vluchtroutes  en de plaats van de nooduitgang aan
  • ook als het donker is wijst de noodverlichting de weg

Slide 5 - Diapositive

Routing maken
  • wegbewijzering
  • de weg wijzen op een evenement 
  • lijnen op de vloer, bordjes, linten

Een goede bewegwijzering is:
  • helder
  • begrijpelijk
  • opvallend
  • leesbaar
  • gezet op alle beslispunten (kruispunten, splitsingen)
  • voorzien van grote letters of pictogrammen

Slide 6 - Diapositive

Veiligheid in openbare gebouwen
  • vluchtroutes; een route waarlangs je moet vluchten als er een noodsituatie is
  • nooduitgangen (bij brand of voor ambulance)
  • ontruimingsplan (vluchtroutes, nooduitgangen en blusmiddelen)
  • pictogrammen

vluchtroute                              vluchtroute via trappen            nooduitgang

Slide 7 - Diapositive

AED-apparaat
  • hangt in de meeste openbare ruimtes
  • je kunt hier iemand die een hartaanval krijgt mee helpen
  • het apparaat vertelt je wat je moet doen om het slachtoffer te helpen

Slide 8 - Diapositive

Noodverlichting
  • aanwezig als de stroom uitvalt
  • geeft de vluchtroutes  en de plaats van de nooduitgang aan
  • ook als het donker is wijst de noodverlichting de weg

Slide 9 - Diapositive

Blusmiddelen
  • poederblussers; gebruik je bij een kleine brand
  • brandslang; gebruik je bij een grotere brand
  • blusdekens; gebruik je als iemand in brand staat of vlam in de pan te doven

Slide 10 - Diapositive

Brandklassen
  • brand kan in verschillende brandklassen worden ingedeeld
  • brandklasse is een groep van branden die op elkaar lijken; wordt geordend op basis van de brandende stof -> de brandweer stemt het blusmiddel af op de brandklasse

  • klasse A: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van vaste stoffen (hout,papier, textiel enz)
  • klasse B: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van vloeistoffen en vloeibaar wordenden stoffen (olie, benzine, vetten enz)
  • klasse C: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van gassen (butaan, propaan en aardgas)
  • klasse D: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van brandbare metalen (magnesium, natrium, kalium etc)
  • klasse E: betreft elektrische branden; je mag niet blussen met water of schuim. Wel blussen met CO2 of poeder
  • klasse F: blusmiddel moet geschikt zijn voor het blussen van zeer hete oliën en vetten 

Slide 11 - Diapositive

Hulpdiensten
  • BHV: bedrijfshulpverlener
  • Ehbo'er: eerste hulp bij ongelukken

  • 112 bellen voor:
  1. ambulance; vervoer naar het ziekenhuis, levensreddend
  2. brandweer; bestrijding van brand, hulp bij beknellingen
  3. politie; regelen van verkeer en eerste hulp
  4. reddingsbrigade; redden van slachtoffers en eerste hulphandelingen

Slide 12 - Diapositive

Beveiliging
  • risicoanalyse; deze maak je voordat je een activiteit begint: je schrijft op wat de risico's zijn en wat er fout kan gaan (leeftijd-hoeveelheid mensen-weersinvloeden)
  • beveiligingsplan; hierin schrijf je de knelpunten voor vluchtroutes, blusapparatuur en ehbo, wat zijn de veiligheidsrisico's en je geeft oplossingen aan
  • beveiligers; om te surveilleren (kijken en controleren), fouilleren (bij de ingang) -ingangscontrole of toegangscontrole
  • veiligheidszorg; je draagt zorg voor de veiligheid van de bezoekers

  • crowds : grote groep mensen
  • crowd control controleren/ in de gaten houden van een grote groep mensen (supporters)
  • crowd management: waar zitten de problemen in de groep, waar zijn knelpunten, hoe ga je om varen met de groep en hoe zorg je dat alles goed verloopt
  • compartimeren: je deelt de groep op in enkele groepen die aanwijzingen krijgen waar hun nooduitgang is (een stadion is ook opgebouwd uit compartimenten

Slide 13 - Diapositive

Pictogrammen voor veiligheid en milieu
vluchtroute                                      nooduitgang via trap                                        aed                                                              brandbare stoffen
bedrijfshulpverlening
blusdeken
brandhaspel
poederblusser

Slide 14 - Diapositive

Lesdoelen behaald?
  • je weet wat een plattegrond is  
  • je weet wat er met een routing wordt bedoeld
  • je kent de pictogrammen die met veiligheid horen
  • je weet wat een AED is
  • je weet waarom noodverlichting belangrijk is 
  • je weet welke blusmiddelen er zijn en welke brandklassen er zijn 
  • je weet welke hulpdiensten er zijn
  • je kent alle belangrijke begrippen/pictogrammen die bij beveiliging horen

Slide 15 - Diapositive