werkwoorden les 1

werkwoorden 

les 1
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden 

les 1

Slide 1 - Diapositive

Programma
1. Uitleg werkwoorden 
2. Aan de slag
3. Bespreken
4. Aan de slag/huiswerk 
5. Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Schrijfopdracht

Devén, Stacey, Esmee v/d Meij, Esmee Rass en Isabella.
Boekopdracht

Ontvangen van: 
Isa, Stacey en Selina.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoel
  • Je leert werkwoorden herkennen.  

Slide 4 - Diapositive

Werkwoorden
  • De artiesten hebben een luid applaus gekregen.
  • De artiesten hebben een luid applaus gekregen.

Slide 5 - Diapositive

In deze zin staan twee werkwoorden (ww): hebben en gekregen. Het werkwoord is een woordsoort



In een zin staan altijd één of meer werkwoorden.

Slide 6 - Diapositive

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. Sommige werkwoorden hebben een onduidelijke betekenis: 
hebben, kunnen, moeten, mogen, worden, zijn of zullen.

Slide 7 - Diapositive

Zo herken je een werkwoord
Een werkwoord kun je vervoegen. Je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van. Bijvoorbeeld krijgen: 
krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen.

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag
M: opdr. 1 t/m 4. op blz. 198




timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Aan de slag
Maken opdracht 5 t/m 8 op blz. 199 

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
M: opdr. 5 t/m 8

Slide 12 - Diapositive

Dat was 'm weer voor vandaag! 
Goed gewerkt! 

Slide 13 - Diapositive