Spickothek

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Heb je een Spick-o-Thek bij de hand?

Slide 2 - Diapositive

We gaan deze zin doen.
Ohne sein... Bücher (mv) braucht dies... Schüler (m) nicht zu d... Schule (v) zu gehen.

Zonder zijn boeken hoeft deze leerling niet naar school te gaan.

Slide 3 - Diapositive

Stap 1 : woord uit schema A?
Ohne sein... Bücher (mv) braucht dies... Schüler (m) nicht zu d... Schule (v) zu gehen.

Slide 4 - Diapositive

Heb je woorden uit schema A herkend?
A
Pfff, viel zu schwierig für mich
B
Ohne en zu
C
sein en dies
D
Schule en Bücher

Slide 5 - Quiz

Stap 1 : woord uit schema A?
Inderdaad: Ohne +4, zu +3
Ohne sein... Bücher (mv) braucht dies... Schüler (m) nicht zu d... Schule (v) zu gehen.
Blijft over: dies... Schüler - stap 2

Slide 6 - Diapositive

Stap 2: Hij/Hem-regel
Ohne sein... Bücher (mv) braucht dies... Schüler (m) nicht zu d... Schule (v) zu gehen.
dies... Schüler (=deze leerling)
Kan ik dat vervangen door
hij?  - onderwerp
hem? - lijdend voorwerp
aan hem/voor hem? - meewerkend voorwerp

Slide 7 - Diapositive

Dies... Schüler is in deze zin te vervangen door ....
A
geen enkel woord, dan blijft +2 dus over.
B
hem (dus +4)
C
hij (dus +1)
D
aan hem / voor hem (dus +3)

Slide 8 - Quiz

Dit weten we nu dus.
Ohne sein... Bücher (+4) braucht dies... Schüler (+1) nicht zu d... Schule (+3) zu gehen.
Door naar stap 3

Slide 9 - Diapositive

Stap 3: In welk deel van de Spick-o-Thek ga ik nu verder kijken? Schema C of schema D

Slide 10 - Question ouverte

Prima...hoofdletterwoorden dus schema C.
Stap 4: mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?
Ohne sein... Bücher (+4) braucht dies... Schüler (+1) nicht zu d... Schule (+3) zu gehen.
Door naar stap 4

Slide 11 - Diapositive

Het gaat om de woorden
Bücher, Schüler en Schule
Die woorden zijn....
A
meervoud, mannelijk, vrouwelijk
B
mannelijk, vrouwelijk, meervoud
C
meervoud, meervoud, vrouwelijk
D
vrouwelijk, mannelijk, vrouwelijk

Slide 12 - Quiz

De tussenstand
Ohne sein... Bücher (+4-mv) braucht dies... Schüler (+1-m) nicht zu d... Schule (+3-v) zu gehen.
Naar stap 5: Ein (wit) of Der (grijs)?

Slide 13 - Diapositive

Er zijn 3 vakken met een zwart kader. OPLETTEN!
"sein"
Hoort dat bij de ein-groep (=wit)
of bij de der-groep (=grijs)
A
wit
B
grijs

Slide 14 - Quiz

"dies.."
Hoort dat bij de ein-groep (wit)
of bij de der-groep (grijs)?
A
wit
B
grijs

Slide 15 - Quiz

"d.."
Hoort dat bij de ein-groep (wit)
of bij de der-groep (grijs)?
A
wit
B
grijs

Slide 16 - Quiz

De tussenstand
Ohne sein... Bücher (+4-mv-wit) braucht dies... Schüler (+1-m-grijs) nicht zu d... Schule (+3-v-grijs) zu gehen. Stap 6: invullen

Slide 17 - Diapositive

Ohne sein... Bücher (+4-mv-wit)
Wat vul je in? Alleen het in te vullen woord opschrijven

Slide 18 - Question ouverte

Dies... Schüler (+1-m-grijs)
Wat vul je in?

Slide 19 - Question ouverte

zu d... Schule (+3-v-grijs)
Wat vul je in?

Slide 20 - Question ouverte

Het eindresultaat
Ohne  seine  Bücher (+4-mv-wit) braucht  dieser  Schüler (+1-m-grijs) nicht zu  der  Schule (+3-v-grijs) zu gehen. 

Slide 21 - Diapositive

Und jetzt du!
Mein... Bruder (m) hat sein... Schwester (v) gestern noch mit dies... Handy (o) angerufen.

Slide 22 - Diapositive

Mein... Bruder (m) hat sein... Schwester (v) gestern noch mit dies... Handy (o) angerufen.

Slide 23 - Question ouverte

Mein... Bruder  
= +1 - m - wit 
hat sein... Schwester
= +4 - v - wit
 gestern noch mit dies... Handy 
= mit+3 - o - grijs angerufen.
Mein- Bruder hat seine Schwester gestern noch mit diesem Handy angerufen.

Slide 24 - Diapositive

Welch.. Vater gibt sein.. Tochter zu ihr.. Geburtstag ein.. Reise in die Türkei?

Slide 25 - Question ouverte

(Hij) ..1.. hat (mij) .2. bei (u) ..3.. kommen sehen.
(Hij heeft mij bij u zien komen)
Zet achter elkaar wat je bij 1, 2 en 3 invult.

Slide 26 - Question ouverte