Enquête thema planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Enquête thema planten

Geef met een cijfer aan wat vond je van het thema planten.
1 = Heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom heb je dat cijfer gegeven bij de vorige vraag?

Wat wist je van planten voordat dit thema aanbod kwam?

Wat vond je moeilijk aan het thema planten?

Waarom vond je dat moeilijk?

Voor welke werkwijze heb je gekozen?

1. Vragen beantwoorden in het werkboek
2. Vragen beantwoorden in de online omgeving
3. Examenvragen beantwoorden
4. Tekeningen en/ of andere werkwijze

Als je opnieuw moet kiezen zou je dan weer voor deze werkwijze kiezen.

JA

Weet ik niet

Nee

Waarom zou je het wel of niet weer zo doen?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over fotosynthese en verbranding vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over fotosynthese en verbranding gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over fotosynthese en verbranding heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over fotosynthese en verbanding heb je zeker NIET goed gemaakt?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over organische en anorganische stoffen vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over organische en anorganische stoffen gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over organische en anorganische stoffen heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over organische en anorganische stoffen heb je zeker NIET goed gemaakt?

Waarom waren de vragen over assimilatie en glucose gemakkelijk of moeilijk?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over assimilatie en glucose vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Welke vragen over assimilatie en glucose heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over assimilatie en glucose heb je zeker NIET goed gemaakt?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting heb je zeker NIET goed gemaakt?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over de anatomie van de plant vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over de anatomie van de plant gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over de anatomie van de plant heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over de anatomie van de plant heb je zeker NIET goed gemaakt?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over bestuiving vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over bestuiving gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over bestuiving heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over bestuiving heb je zeker NIET goed gemaakt?

Geef met een schaalcijfer aan hoe gemakkelijk je de vragen over bevruchting, vruchtbeginsel en zaadbeginsel vond.
1 = heel gemakkelijk en 5 = heel moeilijk

1

2

3

4

5

Waarom waren de vragen over bevruchting, vruchtbeginsel en zaadbeginsel gemakkelijk of moeilijk?

Welke vragen over bevruchting, vruchtbeginsel en zaadbeginsel heb je zeker goed gemaakt?

Welke vragen over bevruchting, vruchtbeginsel en zaadbeginsel heb je zeker NIET goed gemaakt?