Paragraaf 10 en 14: Engelse ww en homofone werkwoordsvormen

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Paragraaf 10: Engelse ww

In het Nederlands?! 

Opstart:

Engelse werkwoorden

homofone werkwoordsvormen

Je leert Engelse ww vervoegen;

Je leert homofone werkwoordsvormen onderscheiden en gebruiken.

Engelse werkwoorden

homofone werkwoordsvormen

Hebben we de lesstof begrepen?

Curtsus 7 paragraaf 10 en 14

Hebben we de lesdoelen behaald?

Afmaken opdrachten

Bestuderen paragraaf 2 tot en met 5

Paragraaf 10: Engelse ww

We waren niet altijd vrienden...

<-- Links een der Nederlands-

Engelse oorlogen

Nu echter geen haat en nijd

We waren niet altijd vrienden...

<-- Links Tweede Nederlands-

Engelse oorlog

Nu echter geen haat en nijd...

Door moderne media-technologie niet zelden Engels leenwoord gebruikelijk. 

Lesdoel

--> Ik weet hoe ik Engelse ww moet vervoegen;

--> Ik ben me bewust geworden van Engelse leenwoorden die ik in het Nederlands gebruik.

Woord van de week

1. betekenis

2. zin maken

Engelse ww vervoegen

Engelse ww vervoegen

Cloudseeden > ik cloudseed (loop), jij/ hij/zij cloudseedt (loopt), wij/jullie/zij/ze cloudseeden 

Oh jemig... "ze" zijn weer aan het cloudseeden... 

Vragen?

Homofone werkwoordsvormen

Die lampjes zouden elke avond branden (inf), maar gisteren brandden ze niet.

Veel ouders achten/achtten die tv-serie ongeschikt voor kinderen. 

Wat zijn homofone werkwoordsvormen?

de(n) of dde(n), te(n) of tte(n)?

persoonsvorm t.t. meervoud: verbreden, verlichten

persoonsvorm v.t. meervoud: verbreedden, verlichtten.

persoonsvorm v.t. enkelvoud: verbreedde, verlichtte 

bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord: de verbrede stoep

Vragen?

Aan het werk

Maken cursus 7

H/V: paragraaf 10 opdr. 1 tot en met 5

paragraaf 14 opdr. 1 tot en met 3

V: paragraaf 11 opdr. 1 tot en met 5

paragraaf 14 opdr. 1, 2, en 5 (in tweetallen)

Klaar? Geen huiswerk! 

Wat hebben we geleerd?

--> Ik weet hoe ik Engelse ww moet vervoegen;

--> Ik ben me bewust geworden van Engelse leenwoorden die ik in het Nederlands gebruik.

Wat is nog moeilijk? 

Wat gaat al goed?

Huiswerk

Afmaken opdrachten

Bestuderen cursus 7 paragraaf 2 tot en met 5