Quiz Service & Sales PTA 3.2
1 / 16
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
1.Wat bedoelen we met de kassa opmaken?
Slide 2 - Question ouverte
2. Waarom zit er altijd geld in de kassalade, ook bij het begin van de dag?
Slide 3 - Question ouverte
3. Wat wordt bedoeld met geld afromen?
Slide 4 - Question ouverte
4. Hoe rond je bij het betalen de volgende bedragen af: €1,98, €2,22, €9,97?
Slide 5 - Question ouverte
5. Waarom stort een bedrijf aan het einde van de dag het geld?
Slide 6 - Question ouverte
6. Hoe heet de verpakking waarin je het geld stopt dat je wilt storten?
Slide 7 - Question ouverte
7. Wat is een nulbon?
Slide 8 - Question ouverte
8. Wat is een foutbon?
Slide 9 - Question ouverte
9. Wat is een retourbon?
Slide 10 - Question ouverte
10. Waarom controleer je gedurende de dag je kassalade?
Slide 11 - Question ouverte
11. Waarom is het belangrijk dat je doet afromen?
Slide 12 - Question ouverte
12. Als er een fout wordt ontdekt tijdens het opmaken van de kassa, wat doe je?
Slide 13 - Question ouverte
13. Als er meer geld in je kassalade zit dan er hoort te zitten, dan is er een kastekort/kasoverschot.
Slide 14 - Question ouverte
14. Waar moet je op letten als je geld teruggeeft aan een klant?
Slide 15 - Question ouverte
15. Een klant wil met een cadeaubon. Hoe check je een cadeaubon of deze echt is?
